Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het proces-verbaal van de op 22 januari 2020 gehouden verificatievergadering;
- de conclusie van eis in renvooi, met producties 1 tot en met 28;
- de conclusie van antwoord in renvooi, met producties V1 tot en met V17;
- de oproepingsbrieven van deze rechtbank van 29 oktober 2020;
- de zittingsagenda van deze rechtbank van 4 januari 2021;
- de akte overlegging productie van Boskalis met productie V18;
- de akte overlegging producties van Vattenfall, met producties 29 en 30;
- de nieuwe versie van productie 30 van Vattenfall;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 4 februari 2021, alsmede de daarin vermelde spreekaantekeningen;
- de zijdens Boskalis conform het verzoek van de rechtbank ter zitting ingestuurde leesbare versie van de risicotabel uit productie 6 bij conclusie van eis;
- de reacties van Vattenfall en Boskalis op het proces-verbaal en de daarbij behorende bijlagen, met dien verstande dat de bijlagen slechts zijn benut voor zover deze strekken tot correctie (maar niet tot separate aanvulling) van het proces-verbaal.
2..De feiten
X65•••••• • AZ18- S240
3..Het geschil
- Vattenfall onvoldoende heeft onderbouwd wat zij precies tegen BKN en/of BMB ten grondslag legt aan haar vordering;
- de vorderingen tegen Boskalis zijn verjaard;
- Vattenfall niet vorderingsgerechtigd is, nu onduidelijk is of zij niet al haar schade al uitgekeerd heeft gekregen van haar verzekeraars;
- BKN noch BMB onrechtmatig heeft gehandeld door het gebruik van de cutterzuiger, aangezien van meet af aan vaststond dat met de cutterzuiger zou worden gewerkt en dat dit ook geschikt materieel was voor het werk;
- er geen causaal verband bestaat tussen de baggerwerkzaamheden en het bezwijken van de viskering/damwand, aangezien de damwand ook zonder het baggeren geotechnisch zou zijn bezweken;
- de schade onvoldoende is onderbouwd;
- er geen verband bestaat tussen het baggeren en een vertraging in de bouw van de energiecentrale;
- de schade, voor zover die bestaat en Boskalis ervoor aansprakelijk is, op grond van een derdenbeding voor rekening van Vattenfall komt;
- er geen sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid van Boskalis en Ballast Nedam, omdat er geen samenloop van schadeoorzaken is;
- van proportionele aansprakelijkheid geen sprake kan zijn, gelet op de omstandigheden van het geval;
- Vattenfall haar schadebeperkingsplicht heeft geschonden.
4..De beoordeling
de door Vattenfall aan Boskalis gemaakte verwijten
Cutter Monitoring System, waren genomen om schade te voorkomen, doet niets toe of af aan de onzorgvuldige gedraging van de schipper.
as designed’ of ‘de theoretische positie’), de positie zoals deze is gerealiseerd (‘
as built’) en de op enig later moment vastgestelde positie. Verschillen tussen de ‘
as designed’ en de ‘
as built’ posities (ook wel ‘heiafwijking’ of ‘plaatsingsafwijking’ genoemd) zijn niet van belang voor de vraag of de feitelijke positie van de damwand is veranderd. Alleen verschillen in positie ten opzichte van de positie ‘
as built’ of een later vastgestelde positie zijn daadwerkelijk een verplaatsing. Partijen zijn het erover eens dat een zijwaarts wijken van de damwand evenwijdig aan de lengteas tot 10 cm valt binnen de ontwerptolerantie.
Bezwijkmechanisme
6..Conclusie
3.2.1 Algemeen
geen enkeleveiligheidsklasse is een overschrijdingskans van circa 50% acceptabel.
6..Samenvattende conclusies
Vraag 1.
Voor wat betreft de mate waarin het ontwerp en de uitvoering van de damwand voldeed aan de daaraan te stellen eisen;
De aanwezigheid van het grondlichaam aan de wa!zijde.
Ten aanzien van mogelijke waterstand verschillen over de damwand.
Karakteristieken van de grond waarin de damwand is geplaatst
- Deltares beschouwt de bouwfasering zonder dieper in te gaan op de gehanteerde belasting of de wijze waarop het maaiveld is geschematiseerd en of de uitwendige belastingen en mogelijke waterstandsverschillen
- De conclusie van Deltares is alleen gericht op de schematisering van het grondprofiel en de daarbij gehanteerde grondparameters en legt de oorzaak primair bij het te diep baggeren zonder in te gaan op de vraag of de wand wel voldeed aan de vereiste betrouwbaarheid in het licht van de afwijkingen in verval en grondniveau aan walzijde
Conclusie 1:Toen de onverankerde damwand als loswal werd gebruikt voldeed deze niet meer aan de vervormings- en stabiliteitseis. De afwijking van het ontwerp was bekend bij Ballast Nedam door de eigen metingen (BN, 2011), doch hier is GEEN gevolg aan gegeven.
, waarbij een grote vervorming resulteert in een grote gemobiliseerde sterkte en daarmee een lagere resterende veiligheid. Het overschrijden van de ontwerpkopverplaatsing van 125mm valt in Figuur 1 vrijwel samen met het overschrijden van de toelaatbare gemobiliseerde sterkte van 61% volgens gevolgklasse 3.
Conclusie 2:
De aannemer van NUON, Ballast Nedam, heeft een ontwerp gemaakt (Van Apeldoorn, 2010) waarin de verschilbelastingen, uit grond- en waterdruk, werkend op de onverankerde damwand helemaal NIET zijn gemodelleerd. De verschildruk resulterend uit grond- en waterdruk als gevolg van de constructie van de loswal en zanddam, aansluitend op de 2e buispaal, is enerzijds niet meegenomen in de ontwerpfase en in de uitvoeringsfase (bij de positiemeting van de onverankerde damwand op 13 juli 2011). Anderzijds is zelfs GEEN verschilbelasting als gevolg van getijdegolfvoortplanting in de haven meegenomen conform eenvoudige analytische vergelijkingen (Goda, 2000). Het ontwerp van Ballast Nedam (Van Apeldoorn, 2010) is dus volstrekt onvoldoende.
Conclusie 5: (…)
De extra informatie uit het eindige elementen model ten opzichte van het verenmodel is tweeërlei. Enerzijds volgt uit de rekenresultaten dat de situatie na regulier baggeren een labiele toestand was zonder enige reservecapaciteit en dat grote kopverplaatsingen zouden zijn opgetreden. Anderzijds volgt dat de situatie na te diep baggeren weliswaar rekenkundig in grotere kopverplaatsingen resulteert, maar dat deze evengoed bij regulier baggeren hadden kunnen worden voorspeld bij kleine belastingvariaties en/of variaties in modellering van bijvoorbeeld de sterk variabele Wadafzetting. De relatieve bijdrage van het lokaal te diep baggeren aan de opgetreden kopverplaatsing van de reeds labiele onverankerde damwand is praktisch verwaarloosbaar.”
- dat er geen inmeting van de damwand is geweest,
- dat de door Vattenfall als productie 17 aangereikte gegevens, gedateerd 23 oktober 2009, (de nulmeting,
- dat op een luchtfoto van 28 april 2011 (zie onder 2.4 hierboven, rb.) te zien is dat op dat moment de wand nog recht staat met een afwijking ten opzichte van de theoretische positie kleiner of gelijk aan 12,2 mm,
- dat op 13 juli 2011 de positie van de damwand is ingemeten,
- dat er na het incident van 1 augustus 2011 geen formele meting van de kopverplaatsing is gedaan omdat er geen inmeting was,
- dat uit NEN-EN 12063 (1999) volgt dat de toelaatbare plaatsingsafwijking tijdens installatie 100 mm bedraagt,
- dat wanneer deze 100 mm conservatief in mindering wordt gebracht op de op 13 juli 2011 gemeten kopverplaatsingen, dan nog kopverplaatsingen van 200-300 mm zijn geconstateerd,
- dat hij als hypothese A heeft onderzocht dat de meetgegevens gedateerd 23 oktober 2009 de inmetingen van de damwand kunnen zijn,
- dat hij in Figuur 26 met de blauwe lijn de installatiepositionering volgens Ballast Nedam weergeeft, en dat – nu installatie binnen enkele centimeters van de beoogde positie mogelijk moet zijn – het ondenkbaar is dat deze lijn het installatieresultaat van een ervaren heier zou opleveren,
- dat de door Ballast Nedam gerapporteerde afwijkingen zo groot zijn dat deze op foto’s eenvoudig waarneembaar moeten zijn, maar dat van zodanige afwijkingen op geen van de foto’s van destijds blijkt,
- dat de kwaliteitsgerichte bedrijfscultuur binnen MC ondenkbaar maakt dat deze metingen door haar zou zijn geaccepteerd,
- dat volgens Ballast Nedam de rode lijn de vervorming van de damwand zou tonen als gevolg van het tijdelijk gebruik als loswal, maar dat deze lijn dan in strijd met fysisch realistisch verwachtingen en ervaring suggereert dat een onbelast deel meer vervormt dan de zwakste sectie IV en een onverankerde damwand bij gebruik als loswal naar de kraan toe zou vervormen,
- dat op grond van het bovenstaande hypothese A met overtuiging moet worden verworpen,
- dat hij als hypothese B heeft onderzocht dat de metingen van 13 juli 2011 de hoogte en positie van de viskering weergeven,
- dat de groene lijn de vervorming van de damwand weergeeft ten opzichte van een perfecte installatie, waarop mogelijk conform NEN-EN 12063 (1999) maximaal 100 mm moet worden afgetrokken,
- dat zowel de richting van de verplaatsingen als de locaties waar deze toenemen volstrekt logisch zijn ,
- dat de hoge resolutie luchtfoto van 28 april 2011 toont dat de installatie-afwijking kleiner was dan 12,2 mm (de dikte van een damwandprofiel);
- dat op 13 juli 2011 de loswal waarschijnlijk nog aanwezig was,
- dat op 26 juli 2011 Ballast Nedam met een kraan de damwand ontlastte,
- dat Ballast Nedam in productie 17 van Vattenfall aangeeft dat het ontlasten van de damwand deze niet wezenlijk doet terugveren,
- dat er geen feiten of bevindingen zijn die hypothese B kunnen doen verwerpen, zodat meer dan aannemelijk is dat de metingen van Ballast Nedam van 13 juli 2011 minus 12,2 mm de vervormingen van de damwand weergeven.
Vectorverplaatsing per planknummer volgens verschillende metingen Ballast Nedam.
trigger, hoe gering of willekeurig ook, voldoende kan zijn om de limiet te overschrijden, de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen.
as built’ positie beschouwden, in werkelijkheid de ‘
as designed’, de theoretische positie. De hei-afwijking bedroeg na plaatsing reeds 10 tot 15 cm, zo volgt uit de nulmeting gedaan in 2009, het jaar van realisatie van de damwand. Deze louter ‘
papieren’ verplaatsing is door de deskundigen steevast bij de feitelijke verplaatsing meegerekend, waardoor zij de damwand als veel instabieler hebben beoordeeld dan deze in werkelijkheid was, zo begrijpt de rechtbank het standpunt van Vattenfall. Wanneer deze heiafwijking wordt gecorrigeerd, volgt uit de gecorrigeerde berekeningen dat de damwand bij baggeren conform bestek maximaal 42 cm zou zijn verplaatst en dus zou zijn blijven staan, aldus Vattenfall.
as built’ tekeningen of opnamen bestaan waaruit de positiegegevens na installatie blijken. Dat de nulmeting (productie 17 Vattenfall) een waarheidsgetrouw beeld geeft van de plaatsing van de damwand in 2009 acht de rechtbank zeer onwaarschijnlijk in het licht van de onder 2.4 opgenomen luchtfoto van 28 april 2011 bezien in verband met het uitvoerige en overtuigende verweer van Boskalis op dit punt (vgl. r.o. 4.13.1 - 4.13.4). De experts van Vattenfall hebben ter zitting ook erkend dat de nulmeting inderdaad een kopuitwijking laat zien nabij plank 30 en dat deze kopuitwijking onverklaarbaar afwijkt van de luchtfoto’s van de damwand genomen in april 2011.
accident waiting to happen’ was, zelfs indien deze tijdens het baggeren nog zou zijn blijven staan.
7.998,00(2 punten × tarief € 3.999,00)