In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar bewindvoerder Ornithos.EU B.V., en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder waarin zij uitstel van betaling van haar schulden was verleend, en een schuldenoverzicht was meegestuurd. Verweerder verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het schuldenoverzicht volgens hem geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres stelde echter dat het primaire besluit wel degelijk gericht was op rechtsgevolg, omdat daarin werd vastgesteld dat zij nog schulden had die zij diende terug te betalen.
De rechtbank oordeelde dat het schuldenoverzicht inderdaad een informatieve mededeling was en niet vatbaar voor bezwaar. Echter, de vaststelling in het primaire besluit dat eiseres op 1 februari 2020 nog steeds schulden had, was onjuist. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar van eiseres gegrond had moeten worden verklaard en dat het primaire besluit had moeten worden herroepen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde de situatie door het bezwaar van eiseres gegrond te verklaren en het primaire besluit te herroepen. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming door bestuursorganen en de noodzaak om besluiten die gericht zijn op rechtsgevolg correct te behandelen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.282,- en bepaald dat het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiseres moet worden vergoed. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.