In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 juli 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [voornaam minderjarige 1], [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door complexe echtscheidingsproblematiek en persoonlijke problematiek bij de ouders. De kinderen verblijven momenteel bij pleegouders, die recentelijk zijn verhuisd naar een grotere woning, en de vader is goed betrokken bij hun leven. De moeder is echter niet meer betrokken en ondergaat behandeling voor haar verslaving.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarigen te verlengen voor een periode van twaalf maanden, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft de verzoeken beoordeeld en geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] wordt verlengd tot 20 juli 2022, en dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] ook wordt verlengd. Voor [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] is de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, omdat het verzoek te laat was ingediend.
De kinderrechter heeft de beslissing genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen, waarbij de veiligheid en stabiliteit van hun huidige verblijf bij de pleegouders voorop staat. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de situatie van de ouders en de mogelijkheid van een toekomstige plaatsing bij de vader verder moet worden onderzocht. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.