ECLI:NL:RBROT:2021:8168

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
C/10/620109 / JE RK 21-1591
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 20 juli 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die onder toezicht is gesteld en waarvoor een machtiging gesloten jeugdhulp is aangevraagd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de GI (gecertificeerde instelling) en de ouders van de minderjarige aanwezig waren. De GI heeft verzocht om de minderjarige in een gesloten accommodatie op te nemen voor een periode van zes maanden, omdat er zorgen zijn over zijn ontwikkeling en gedrag. De minderjarige verblijft momenteel op een gesloten groep in Rotterdam, waar hij positieve stappen maakt, maar er zijn nog zorgen over zijn emotieregulatie en gedrag.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de machtiging noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkelingen van de minderjarige op de groep meegewogen, maar ook de kwetsbaarheid en de noodzaak voor verdere stabilisatie. De ouders werken mee aan de ingezette hulpverlening en er is een persoonlijkheidsonderzoek gestart om meer duidelijkheid te krijgen over de onderliggende problematiek van de minderjarige.

De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend, met ingang van 3 augustus 2021 tot uiterlijk 3 februari 2022. De beschikking is gegeven door mr. A.C. Enkelaar, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/620109 / JE RK 21-1591
datum uitspraak: 20 juli 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2011 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 14 juni 2021, ingekomen bij de griffie op
11 juni 2021;
- de verklaring d.d. 14 juni 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 3 juli 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 20 juli 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de advocaat van [voornaam minderjarige] , mr. P.R. Hogerbrugge,
- de vader,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mevr. [naam vertegenwoordigster 1] en mevr. [naam vertegenwoordigster 2] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] ,
- de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep van Bergse Bos in Rotterdam.
Bij beschikking van 26 april 2021 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 26 april 2022 en
is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 3 augustus 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] maakt positieve stappen, maar er moeten nog wat stapjes gezet worden. [voornaam minderjarige] weet dit zelf ook. [voornaam minderjarige] verblijft op een groep waar het heel goed met hem gaat en hij ervaart dit ook niet als een gesloten groep. [voornaam minderjarige] moet soms nog wel gefixeerd worden en er zijn nog zorgen over zijn eten. Daar is nu een heel plan voor opgesteld. Gezinstotaal is ingezet en de ouders hebben ook een gezinsopname gehad. Het persoonlijkheidsonderzoek is al gestart en er zal naar een thuisplaatsing gewerkt gaan worden.

Het standpunt van belanghebbenden

Namens [voornaam minderjarige] heeft de advocaat naar voren gebracht dat [voornaam minderjarige] weliswaar telefonisch heeft laten weten dat hij naar huis wil, maar vermoedelijk komt dit omdat hij moe was van het kamp waar hij net van terug kwam. Het lijkt er op dat [voornaam minderjarige] wel op zijn plek zit en dat het goed is dat een persoonlijkheidsonderzoek gaat plaatsvinden. De advocaat heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter.
De vader heeft ingestemd met het verzochte. Hij heeft naar voren gebracht dat de moeder en [voornaam minderjarige] er niet zijn, omdat [voornaam minderjarige] opgehaald moest worden van het kamp en terug gebracht moest worden naar Bergse Bos. [voornaam minderjarige] ontwikkelt zich heel goed op Bergse Bos en hij gaat hier ook naar school en dit vindt hij leuk. Volgens de vader is [voornaam minderjarige] een heel ander kind sinds zijn verblijf op Bergse Bos.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
[voornaam minderjarige] heeft de afgelopen tijd baat gehad bij de rust, de duidelijke kaders en de structuur op de gesloten groep. Hij doet het goed op school en heeft het hier en op de groep naar zijn zin. Ondanks de positieve ontwikkelingen is het van belang dat [voornaam minderjarige] verder gaat stabiliseren. Hij is een kwetsbare jongen met emotieregulatie problemen en beperkte coping- en oplossingsvaardigheden. Op de groep wordt gezien dat hij wisselend is in zijn gedrag, waarbij hij grensoverschrijdend gedrag laat zien. Hij zou af en toe nog fysiek kunnen worden, waarbij hij weleens gefixeerd moet worden. Daarbij is nog onvoldoende duidelijk waar zijn gedrag vandaan komt. In de aankomende periode kan het persoonlijkheidsonderzoek meer duidelijkheid gaan geven over de onderliggende problematiek van [voornaam minderjarige] en daarnaast kan in de aankomende periode nog verder gewerkt worden aan de gezinspatronen en de interactie tussen de ouders en [voornaam minderjarige] . De ouders werken mee aan de ingezette hulpverlening en het behandelteam van Bergse Bos verwacht dat de behandeling van [voornaam minderjarige] en het gezinssysteem nog minimaal zes maanden zullen vergen.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 3 augustus 2021 tot uiterlijk
3 februari 2022 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Enkelaar, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.A. van Soest als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 27 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.