Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde (met uitzondering van het medeplegen) en het onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met oplegging van de algemene voorwaarde en bijzondere voorwaarden overeenkomstig het rapport van Reclassering Nederland van 24 juni 2021, met uitzondering van het elektronisch toezicht;
- de dadelijke uitvoerbaarheid van voormelde voorwaarden en uit te voeren toezicht;
- oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna Sr).
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
1. Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven;
2. het met het oogmerk om opzettelijk brand stichten en/of ontploffingen teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, en/of moord en/of doodslag, telkens te begaan met een terroristisch oogmerk, voor te bereiden en/of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben waarvan zij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
ideologisch duidingsrapportover de verdachte, uitgevoerd door ‘Nuance door Training & Advies’ (NTA) in opdracht van de reclassering, gedateerd juni 2021. Uit dit rapport komt - concluderend - naar voren dat de belaste voorgeschiedenis van de verdachte een belangrijke drijfveer lijkt te zijn geweest voor zowel haar bekering als haar uitreis kort daarna. Zij lijkt op zoek te zijn geweest naar (h)erkenning, zingeving, duidelijkheid en warmte; zaken waaraan het haar, in ieder geval in haar beleving thuis ontbrak. Voor wat betreft haar ideologische vorming is vastgesteld dat deze vrijwel exclusief heeft plaatsgevonden in een gewelddadig salafistische context. De islamitische stroming waarin de verdachte terechtkwam, lijkt te hebben voldaan aan haar behoefte aan een sterke band met anderen, duidelijkheid en een warme, veilige plek in de vorm van een utopische belofte. De radicale omslag die zij heeft gemaakt en het tempo waarin haar radicalisering heeft plaatsgevonden, lijken een indicatie voor de nood die zij heeft ervaren. Ook nu is de insteek van de verdachte, als het gaat over de wijze waarop zij met haar religie omgaat, nog altijd duidelijk salafistisch. Haar religieuze vorming in het gewelddadig salafistisch gedachtengoed schemert nog steeds door, al lijkt het erop dat zij niet heel diep in de salafistische theologische materie zit. Positief is dat zij openstaat voor confrontatie met de inconsequenties in haar redeneringen en dat zij op basis van haar ervaringen met betrekking tot de besproken concepten lijkt te draaien. Verder heeft zij zelf aan den lijve de verschrikkingen van oorlog ervaren, waardoor ze een afkeer heeft van strijd. Zij lijkt daarnaast niet gedreven zich vanuit het gewelddadige salafistische gedachtengoed met politieke kwesties bezig te gaan houden. Zij vindt het wel moeilijk om haar religieuze twijfels en worstelingen bespreekbaar te maken ten overstaan van haar zusters of zelfs de imam(a), wat maakt dat het de vraag is hoe zij zich straks in de samenleving staande gaat houden, als zij weer met andere broeders en zusters in aanraking komt, die haar mogelijk opnieuw bij lastige politieke en/of religieuze kwesties willen betrekken.
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaren;
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.