Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het procesverloop
- de dagvaarding met producties van 13 juli 2021;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- de akte overlegging nadere producties van RC;
29 juli 2021 heeft RC meegedeeld dat partijen hier niet in zijn geslaagd en heeft zij de kantonrechter verzocht vonnis te wijzen.
2..De vaststaande feiten
Factuur stuur ik je door zodra ik een nieuw rekeningnr heb ontvangen voor [handelsnaam 2] .”
RC Inspection is de heer [persoon A] ingevolge de eindafrekening van diens arbeidsrelatie thans nog een bedrag ad EUR 1.456,52 (netto) verschuldigd. RC Inspection zal dit bedrag verrekenen met hetgeen zij van de heer [persoon A] te vorderen heeft.”
3..Het geschil
in conventiegevorderd [persoon A] te verbieden om tot en met 28 februari 2022, direct of indirect, binnen Nederland op enigerlei werkzaam te zijn voor of in een zaak die gelijk, gelijksoortig of aanverwante werkzaamheden verricht als RC en aan haar gelieerde vennootschappen en [persoon A] te gebieden om het non-concurrentiebeding uit artikel 10 van de arbeidsovereenkomst met RC strikt en onverkort na te leven, zulks op straffe van verbeurte aan RC van een dwangsom van € 5.000 voor elke overtreding en € 1.250 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt, althans een door de rechter te bepalen dwangsom; een en ander met veroordeling van [persoon A] in de proceskosten.
4..De beoordeling
5..De beslissing
1 september 2021;