Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 26 mei 2020, met producties 1-13;
- de conclusie van antwoord van Heilbron, met producties 1-15;
- de conclusie van antwoord van AIG, met producties 1-23;
- de conclusie van antwoord van Rabobank, met producties 1-6;
- de brief van de rechtbank van 24 september 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de bij akte nadere producties van [naam eiseres] in het geding gebrachte producties 14-16;
- de pleitaantekeningen en aanpassing eis van de advocaat van [naam eiseres] ;
- de spreekaantekeningen van de advocaat van AIG;
- de spreekaantekeningen van de advocaat van Rabobank;
- de spreekaantekeningen van de advocaat van Heilbron;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 december 2020.
2..De feiten
Verzekerde hoedanigheid
Beroepsvoorschriften
3..Het geschil
Het gaat hier niet om een fout (vgl. art 2.4 van de BA 2006 voorwaarden) van de heer [naam 2] tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden als accountant. Het betreft hier diefstal, hetgeen niet als een beroepsfout kan worden aangemerkt.”
4..De beoordeling
eiswijziging
Haviltex-norm te worden toegepast: de betekenis die aan een beding kan worden toegekend wordt niet alleen bepaald door de tekst, maar ook door hetgeen partijen over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarnaast geldt volgens vaste jurisprudentie dat, indien niet over de verzekeringsvoorwaarden is onderhandeld, de
Haviltex-maatstaf onvoldoende aanknopingspunten biedt. De uitleg van voorwaarden waarover niet is onderhandeld, vindt daarom plaats met gebruikmaking van de
Chubb/Dagenstaed-maatstaf. Deze wijze van uitleg is nog steeds een toepassing van de
Haviltex-maatstaf, maar de uitleg vindt dan plaats aan de hand van objectieve factoren. Ingevolge deze maatstaf komt het met name aan op objectieve factoren zoals de bewoordingen van de bepaling, gelezen in het licht van de verzekeringsvoorwaarden als geheel en van de eventueel daarbij behorende toelichting (HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793,
Chubb/Dagenstaed).
Let op: geen dekking geven voor accountants”. Naar het oordeel van de rechtbank is de door AIG in de polis omschreven verzekerde hoedanigheid dan ook tot stand gekomen op basis van een instructie en informatie afkomstig van [naam eiseres] /Rabobank. Dit deel van de verzekering zal dan ook uitgelegd worden aan de hand van de bedoeling van partijen in overeenstemming met de
Haviltex-maatstaf.
Beroepsvoorschriften” de standaard 4400 van toepassing verklaart. Verderop in deze opdrachtbevestiging staat verder beschreven dat “
De accountant is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de preventie van fraude en onjuistheden.” Tussen partijen is niet in geschil dat standaard 4400 niet van toepassing is op een administratiekantoor, maar enkel op accountants. Deze opdrachtbevestigingsbrief laat dus ook geen andere conclusie toe dan dat het [naam eiseres] -rapport in de hoedanigheid van die van accountant is geschreven. Zowel de opdrachtbevestiging als het [naam eiseres] -rapport is ook ondertekend door [naam 2] en [naam 3] met toevoeging van hun registeraccountant (RA) titel, hetgeen ook geldt voor de aanvullende brief aan de curator uit 2018 van [naam 2] . Dat [naam 2] en [naam 3] in hun hoedanigheid van accountant het [naam eiseres] -rapport en de aanvullende brief hebben opgesteld wordt voorts ook bevestigd doordat [naam 3] en [naam 2] door de tuchtrechter expliciet zijn aangesproken in hun hoedanigheid van registeraccountant en ook in die hoedanigheid zijn berispt. Ook de rechtbank en het Hof Amsterdam hebben het [naam eiseres] -rapport in de onder 2.11.2 en 2.11.3 genoemde procedures beoordeeld als een accountantsrapport.
“Zij willen het risico verzekeren (…) en als een van jullie is afgestudeerd, de polis voort te zetten als accountantskantoor”. Op grond van deze korte en toch wel geruststellende mededeling hoefde [naam eiseres] er na het doorgeven van haar naamswijziging aan Rabobank (en AIG) en na ontvangst van het polisblad met haar nieuwe naam niet zonder meer op bedacht te zijn dat de door haar gewenste wijziging van de verzekering niet had plaatsgevonden enkel vanwege het feit dat de verzekerde hoedanigheid of de premie niet was aangepast.
Hierbij ontvangt u het polisblad voor uw Beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Per 01-4-2015 is de verzekering op ons agentschap gezet. Wij hebben deze polis gecontroleerd op eventuele onjuistheden. Mocht u desondanks toch nog onjuistheden opmerken, wilt u deze dan aan ons doorgeven?”.Uit dit bericht kan naar het oordeel van de rechtbank enkel worden afgeleid dat Heilbron haar naam als nieuwe assurantietussenpersoon aan AIG heeft doorgegeven, maar niet dat zijzelf een kritische blik op de verzekering heeft geworpen om te zien of deze nog voldeed aan de wensen van [naam eiseres] .
no claim-verklaring of omstandighedenmelding invult waarin deze naar waarheid alle mogelijke claims moet melden. Nu tussen partijen niet in geschil is dat [naam 2] vanaf augustus 2014 bij zijn werkzaamheden als accountant bepaalde frauduleuze handelingen heeft verricht, had [naam eiseres] daarvan melding moeten maken. Op basis van die informatie over [naam 2] ligt het naar het oordeel van de rechtbank niet in de rede dat een verzekeraar een inlooprisico aan [naam eiseres] had willen aanbieden om in een periode voorafgaand aan 1 april 2015 verzekeringsdekking aan te bieden aan [naam eiseres] als accountantskantoor. De rechtbank gaat in dit kader ook voorbij aan het argument van [naam eiseres] dat zij passende maatregelen had kunnen nemen om een verzekeraar gerust te stellen ter zake van enig inlooprisico, door bijvoorbeeld [naam 2] te laten schorsen. Met dat argument gaat [naam eiseres] namelijk voorbij aan het feit dat een dergelijke schorsing geen invloed zou hebben gehad op mogelijke claims die in de periode zijn ontstaan waarop het inlooprisico had moeten zien.