ECLI:NL:RBROT:2021:7570

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 mei 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2021
Zaaknummer
C/10/616531 / JE RK 21-921
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 mei 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 9 juni 2021 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van negen maanden. De moeder van de kinderen, die het ouderlijk gezag uitoefent, heeft verweer gevoerd tegen deze verlenging, stellende dat het goed gaat met de kinderen en dat zij ondersteuning krijgt van de vader en de school. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de betrokken partijen gehoord, waaronder de moeder en vertegenwoordigers van de GI.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen momenteel goed functioneren op school, maar dat er zorgen zijn over de moeder, die kampt met spanningshoofdpijnen. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkeling van de moeder en de kinderen in overweging genomen, evenals de noodzaak voor de moeder om ondersteuning te blijven ontvangen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling kan worden verlengd, maar dat er in de komende maanden moet worden gekeken naar de verdere ondersteuning van de moeder om de positieve ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.

Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen tot 9 september 2021, met de mogelijkheid om de situatie in de zomerperiode te monitoren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/616531 / JE RK 21-921
datum uitspraak: 27 mei 2021

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2017 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2016 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoek met bijlagen van de GI van 9 april 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 27 mei 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] en mw. [naam persoon] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 18 december 2020 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengd tot 9 juni 2021.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen voor de duur van negen maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het is de moeder een lange tijd gelukt om de kinderen op tijd naar school te brengen en het gaat volgens de school goed met de ontwikkeling van de kinderen. De school geeft nu echter aan dat de kinderen weer dagelijks te laat komen. Het zou jammer zijn als de kinderen hierdoor een achterstand oplopen. Daarnaast is Impegno nog niet opgestart en ook ‘Van Kansarm naar Kansrijk’ is pas net begonnen. Het doel van deze hulpverlening is dat de moeder een plek heeft waar zij naar toe kan wanneer zij ergens mee zit. De moeder doet het verder goed en ze heeft inmiddels dagbesteding. Nu de hulpverlening ook van de grond is gekomen zou een ondertoezichtstelling van vier maanden ook voldoende moeten zijn.

Het standpunt van de moeder

De moeder heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De moeder begrijpt niet waarom een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is. Het gaat goed met de kinderen. De vader van de kinderen heeft contact met de kinderen en helpt de moeder wanneer zij hem nodig heeft. Het is lastig om de kinderen op tijd naar school te brengen, omdat de moeder kampt met spanningshoofdpijnen en daar ook medicatie voor slikt. De moeder stelt dat de school overdrijft en overweegt om de kinderen naar een andere school te brengen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat het op dit moment goed lijkt te gaan met de kinderen. De school geeft aan dat er geen zorgen zijn met betrekking tot de ontwikkeling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] . Het zijn vrolijke kinderen en ze doen goed mee op school. Het is wel zorgelijk dat de moeder op dit moment dusdanig zware hoofdpijn heeft dat zij hiervoor medicatie moet slikken en de kinderen structureel te laat op school komen. Dit is een vervelende situatie voor zowel de moeder als de kinderen die hopelijk snel opgelost kan worden door een goede medische diagnose van de moeder. Het is daarentegen wel positief dat ‘Van Kansarm, naar Kansrijk’ inmiddels vanuit school is opgestart en dat de moeder hier ook steun door lijkt te ervaren. Het is van belang dat de moeder weet waar zij terecht kan wanneer zij tegen problemen aanloopt, zodat zij tijdig geholpen kan worden.
De kinderen komen uit een situatie waarbij hun ontwikkeling ernstig werd bedreigd. De moeder heeft zich echter positief ontwikkelt, waardoor deze bedreiging lijkt te zijn weggenomen. De kinderrechter is van oordeel dat het mogelijk moet zijn dat de ondertoezichtstelling op korte termijn wordt afgesloten. In de komende maanden dient er gekeken te worden wat er nog eventueel extra nodig is voor de moeder om haar beter te kunnen ondersteunen en om ervoor te zorgen dat de positieve ontwikkeling van de kinderen zich voort zal zetten. De moeder heeft eerder aangetoond open te staan voor hulpverlening, bijvoorbeeld van ‘Van Kansarm naar Kansrijk’. De zomerperiode kan door de GI gebruikt worden om de huidige situatie te blijven monitoren en om in te grijpen wanneer dat nodig blijkt. Wanneer alles goed blijft gaan ligt het in de lijn der verwachting dat de huidige ondertoezichtstelling in september afgesloten kan worden.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengen voor de duur van drie maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] tot 9 september 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2021 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E. den Breejen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 juni 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.