In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 mei 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 9 juni 2021 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van negen maanden. De moeder van de kinderen, die het ouderlijk gezag uitoefent, heeft verweer gevoerd tegen deze verlenging, stellende dat het goed gaat met de kinderen en dat zij ondersteuning krijgt van de vader en de school. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de betrokken partijen gehoord, waaronder de moeder en vertegenwoordigers van de GI.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen momenteel goed functioneren op school, maar dat er zorgen zijn over de moeder, die kampt met spanningshoofdpijnen. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkeling van de moeder en de kinderen in overweging genomen, evenals de noodzaak voor de moeder om ondersteuning te blijven ontvangen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling kan worden verlengd, maar dat er in de komende maanden moet worden gekeken naar de verdere ondersteuning van de moeder om de positieve ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen tot 9 september 2021, met de mogelijkheid om de situatie in de zomerperiode te monitoren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.