ECLI:NL:RBROT:2021:7201

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 maart 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
615701 / HA RK 21-324
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning van een rechter in een civielrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 maart 2021 een verzoek tot verschoning van rechter mr. P.F.C. Heemskerk toegewezen. Het verzoek tot verschoning werd ingediend in het kader van een civielrechtelijke procedure tussen de eiseres, VanDijk B.V., en verschillende gedaagden, waaronder Stichting H3O voor Christelijk peuterwerk en andere stichtingen. De rechter had een persoonlijke en zakelijke relatie met de advocaat van de eiseres, mr. J.F. van Nouhuys, wat leidde tot de vraag of de rechter onpartijdig kon blijven in deze zaak. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er geen subjectieve onpartijdigheid was aangetoond, de omstandigheden wel een objectieve vrees voor onpartijdigheid opriepen. De rechter had zelf het verzoek tot verschoning ingediend, wat de rechtbank als een zwaarwegende aanwijzing beschouwde. De beslissing om het verzoek toe te wijzen werd genomen om de integriteit van de rechtspraak te waarborgen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 615701 / HA RK 21-324
Beslissing van 30 maart 2021
op het verzoek van:
mr. P.F.C. Heemskerk,
rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Rotterdam, team Handel en Haven (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VanDijk B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Kampen,
eiseres,
advocaten mr. J.F. van Nouhuys en mr. V.T. Acar,
tegen
1. de stichting
Stichting Voortgezet Montessori onderwijs Nijmegen en omstreken, tevens handelend onder de naam
Montessori College locatie Kwakkenbergweg, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nijmegen,
2. de stichting
Stichting ‘Het Rhedens’, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Rozendaal,
3. de stichting
Stichting Scholengemeenschap Montessori-Lyceum Rotterdam, Gymnasium, Atheneum, HAVO, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,
4. de stichting
Stichting Gereformeerd Voortgezet onderwijs Oost-Nederland, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
5. de stichting
Stichting Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe, gevestigd en kantoorhoudende te Meppel,
6. de vereniging
Vereniging voor gereformeerd voortgezet onderwijs voor Midden-Nederland,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amersfoort,
7. de vereniging
Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,

8 de stichting Stichting Achterhoek VO,statutair gevestigd en kantoorhoudende te Doetinchem,

9 de stichting Stichting Isendoorn,statutair gevestigd en kantoorhoudende te Warnsveld,

10 de stichting Stichting Gereformeerde Scholengroep,statutair gevestigd en kantoorhoudende te Groningen,

11 de stichting Stichting Montessori Scholengemeenschap Amsterdam,statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,

12. de stichting
Stichting H3O voor Christelijk peuterwerk, kinderopvang, primair en voortgezet onderwijs,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Dordrecht,
gedaagden,
advocaten mr. J.M.J. Arts en mr. M.C. Luiten.

1.Het procesverloop en de processtukken

Bij de rechtbank is in behandeling de civielrechtelijke procedure tussen eiseres en gedaagden, allen voornoemd, met kenmerk C/10/591230 / HA ZA 20-155. In deze procedure zijn partijen bij brieven van de griffier van 10 december 2020 opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 20 april 2021, waarbij aan partijen is meegedeeld dat die zitting zal plaatsvinden ten overstaan van mr. drs. J. van den Bos, mr. M. de Geus en
mr. P.F.C. Heemskerk.
Op 25 maart 2021 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
De verschoningskamer heeft kennis genomen van het dossier van de hiervoor omschreven procedure tussen eiseres en gedaagden.

2.Het verzoek en het verweer daartegen

2.1
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven:
2.1.1
De rechter is ingepland voor de mondelinge behandeling op 20 april 2021. Een van de procespartijen laat zich bijstaan door advocaat mr. Van Nouhuys, die de rechter zowel zakelijk als privé goed kent. Mr. Van Nouhuys heeft de rechter inmiddels ook benaderd met het verzoek zich terug te trekken. Om deze redenen is de rechter van mening dat het niet juist zou zijn als zij deelneemt aan de behandeling van deze zaak.

3.De beoordeling

3.1
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4
De door de rechter aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. P.F.C. Heemskerk zich in de civielrechtelijke procedure van VanDijk B.V. als eiseres tegen de in de aanhef van deze beslissing onder 1 tot en met 12 genoemde gedaagden te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels, voorzitter, mr. M. Fiege en
mr. K.A. Baggerman, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier, ondertekend
op 30 maart 2021.
Verzonden op:
aan:
- mr. P.F.C. Heemskerk
- mr. J.F. van Nouhuys
- mr. J.M.J. Arts