ECLI:NL:RBROT:2021:7199

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 januari 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
610953 / HA RK 21-12
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning van de rechter in civielrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 januari 2021 een verzoek tot verschoning van de rechter, mr. W.A.M. Schellekens, toegewezen. De reden voor het verzoek was dat de directeur/eigenaar van de eisende vennootschap, GS CPI Holding B.V., de vader is van de beste vriend van de oudste zoon van de rechter. Dit leidde tot de conclusie dat de rechter zich niet vrij voelde om de zaak te behandelen, wat de basis vormde voor zijn verzoek tot verschoning. De rechtbank heeft de aangevoerde omstandigheden beoordeeld en vastgesteld dat er geen aanwijzingen waren dat de rechter subjectief niet onpartijdig was. Echter, de combinatie van de persoonlijke relatie en het verzoek tot verschoning zelf, leidde de rechtbank tot de conclusie dat er objectief gerechtvaardigde vrees bestond voor mogelijke partijdigheid. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen, waardoor mr. W.A.M. Schellekens zich niet langer met de zaak mocht bezighouden. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter mr. A.A. Kalk en de rechters mr. W.J.J. Wetzels en mr. M.G.L. de Vette, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. N. Jallal.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 610953 / HA RK 21-12
Beslissing van 8 januari 2021
op het verzoek van:
mr. W.A.M. Schellekens,
rechter in opleiding in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2 (hierna: de rechter/s/),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
GS CPI Holding B.V.,
gevestigd te Alblasserdam,
eiseres,
advocaat mr. R. Stekelenburg,
tegen
Zwaan’s Holding B.V.,
statutair gevestigd te Bergschenhoek,
gedaagde,
advocaat mr. W. van Leuveren.

1.Het procesverloop en de processtukken

Bij deze rechtbank is in behandeling de civielrechtelijke procedure tussen eiseres en gedaagde, met kenmerk C/10/604140 / HA ZA 20/874. In die procedure zijn partijen bij brieven van de griffier van 18 december 2020 uitgenodigd voor een comparitie van partijen ter zitting van 9 februari 2021. In die brieven is aan partijen meegedeeld dat de zitting zal plaatsvinden ten overstaan van mr. drs. J. van den Bos, mr. C. Sikkel en de rechter.
Bij brief van 5 januari 2021 heeft de rechter verzocht zich te mogen verschonen in die zaak.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven civielrechtelijke procedure.

2.Het verzoek en het verweer daartegen

2.1
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
Het is de rechter gebleken dat de directeur/eigenaar van de eisende vennootschap de vader is van de beste vriend van zijn oudste zoon. Om die reden acht de rechter zich niet vrij deze zaak te behandelen en verzoekt hij zich te mogen verschonen.

3.De beoordeling

3.1
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig was.
3.3
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. W.A.M. Schellekens zich in de civielrechtelijke procedure van GS CPI Holding B.V. als eiseres tegen Zwaan’s Holding B.V. als gedaagde te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.A. Kalk, voorzitter, mr. W.J.J. Wetzels en
mr. M.G.L. de Vette, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare zitting
van 8 januari 2021 in tegenwoordigheid van mr. N. Jallal, griffier.
Verzonden op:
aan:
-
-
-
-