ECLI:NL:RBROT:2021:6985

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 juli 2021
Publicatiedatum
21 juli 2021
Zaaknummer
71/065878-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van handelen in strijd met de Opiumwet met gevangenisstraf en vrijspraak voor het voorhanden hebben van vuurwapens

Op 1 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte, die op 8 maart 2021 in Rotterdam ongeveer 160 kilogram cocaïne aanwezig had, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde feit, namelijk het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne, en dat dit feit wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte had bekend en er was geen verweer gevoerd dat tot vrijspraak kon leiden.

Daarnaast was de verdachte ook aangeklaagd voor het voorhanden hebben van vuurwapens, maar de rechtbank sprak hem vrij van dit feit. De rechtbank kon niet vaststellen dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de vuurwapens in zijn woning, aangezien deze door een derde waren opgeslagen zonder zijn medeweten. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de wapens, en dat de omstandigheden in de woning niet voldoende duidelijk waren om tot een veroordeling te komen.

De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte had eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd, maar de rechtbank besloot geen geldboete op te leggen, gezien de financiële positie van de verdachte. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare zitting.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 71/065878-21
Datum uitspraak: 1 juli 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 juni 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. van Doorn heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 58 maanden, met aftrek van voorarrest, en tot een geldboete van € 5.000.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering ten aanzien van feit 1
Het onder 1 ten laste gelegde (aanwezig hebben van cocaïne) is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard. De rechtbank overweegt in dit verband dat zij het verweer van de raadsman met betrekking tot artikel 359a Wetboek van Strafvordering (Sv) ten aanzien van feit 1 zo begrijpt, dat dit gelet op de bekennende verklaring van de verdachte moet leiden tot strafmatiging.
4.2.
Bewijswaardering ten aanzien van feit 2
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat het onder feit 2 ten laste gelegde (voorhanden hebben van vuurwapens) wettig en overtuigend bewezen kan worden. In de slaapkamer van de verdachte is naast het bed op de grond een automatisch vuurwapen gevonden. Tussen een stapel kleding naast het bed is een tweede automatisch vuurwapen aangetroffen alsmede drie handvuurwapens. Daarnaast was in de woning een grote hoeveelheid munitie aanwezig. De officier van justitie acht de verklaring van de verdachte dat hij hiervan niet op de hoogte was ongeloofwaardig. De verdachte was de enige die op die dag in zijn woning aanwezig was en behoudens contra-indicaties mag ervan worden uitgegaan dat hij wist wat zich in zijn woning – en zeker in zijn slaapkamer – op de grond bevond. De verdachte kon over de wapens beschikken en het kan niet anders dan dat hij deze wapens bewust aanwezig had.
Bewijswaardering feit 2
Vaststaat dat in de woning van de verdachte twee automatische vuurwapens, drie vuurwapens en een grote hoeveelheid munitie zijn aangetroffen. De verdachte ontkent op de hoogte te zijn geweest van de aanwezigheid van deze vuurwapens en munitie. De verdachte werd volgens eigen zeggen door een derde onder druk gezet om zijn woning ter beschikking te stellen voor de opslag van geld en cocaïne. Die derde beschikte over een sleutel van de woning van de verdachte en heeft op een gegeven moment, zonder dat de verdachte dat wist, ook vuurwapens in de woning van de verdachte opgeslagen. De vuurwapens zouden in een krat hebben gezeten die op een kast in de slaapkamer stond. Door het Team Parate Eenheid (TPE) is bij het binnentreden de woning van de verdachte overhoop gehaald en is de krat met daarin de vuurwapens naast het bed gezet, dan wel gevallen. Bij het doorzoeken van de slaapkamer zijn de vuurwapens tussen de kleding van de verdachte terecht gekomen. Uit de vindplaatsen kan daarom niet worden afgeleid dat de verdachte wel wetenschap van de vuurwapens had, aldus de verdediging.
Voor een bewoner, dus ook voor de verdachte, geldt dat hij in beginsel wetenschap heeft van en beschikkingsmacht heeft over de goederen die zich in zijn woning bevinden. Dat kan anders zijn onder bijzondere omstandigheden.
De rechtbank stelt vast dat de vuurwapens uiteindelijk op twee verschillende plekken op de grond in de slaapkamer in het zicht zijn aangetroffen. Het aanvullende proces-verbaal van bevindingen (op pagina 11 van het dossier) beschrijft immers dat de wapens in de slaapkamer op de grond en tussen de stapel kleding naast het bed lagen.
Echter, de rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat de situatie in de woning zoals die is geverbaliseerd nadat het TPE is binnengetreden dezelfde situatie betreft als de situatie zoals die was voordat het TPE binnenkwam (toen de verdachte alleen in de woning was). Het aanvullende proces-verbaal van bevindingen biedt hierover geen uitsluitsel, nu de betreffende verbalisant de woning niet als eerste heeft betreden. Gelet hierop kan de rechtbank niet vaststellen dat de wapens vóór het binnentreden door het TPE op de genoemde plekken in het zicht in de slaapkamer lagen en dat de verdachte zodoende de wetenschap had dat de vuurwapens in zijn woning aanwezig waren. Uitgaande van de verklaring van de verdachte dat de medeverdachte zijn sleutel had, kan op basis van overige bewijsmiddelen evenmin worden vastgesteld dat de verdachte wetenschap van de vuurwapens had. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het onder feit 2 ten laste gelegde.
Gelet op het vorenstaande behoeft het voorwaardelijke verzoek van de verdediging tot het horen van getuigen geen bespreking.
4.2.2.
Conclusie
Het voorhanden hebben van vuurwapens zoals dat onder 2 ten laste gelegde is, kan niet wettig en overtuigend bewezen worden. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij, op 8 maart 2021 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 160 kilogram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst It;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
1. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft (in opdracht van een ander) 160 kilo cocaïne in zijn woning opzettelijk aanwezig gehad en dit (voor diegene) omgepakt. Bovendien heeft hij tijdens die werkzaamheden een klein deel van de cocaïne afgeroomd met de bedoeling dit zelf te verkopen. Cocaïne is in hoge mate schadelijk voor de volksgezondheid van gebruikers en vormt een bedreiging voor de samenleving door de daarmee gepaarde gaande criminaliteit en overlast door verslaafden. De aangetroffen hoeveelheid was van dien aard dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verdachte heeft met zijn gedragingen bijgedragen aan het in stand houden van deze negatieve effecten. De rechtbank rekent de verdachte dit zwaar aan.
7.2.1.
Geen vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv
De verdediging heeft betoogd dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv. Met die schending zou bij de strafmaat in het voordeel van de verdachte rekening moeten worden gehouden. De verdediging voert daartoe aan dat de informatie die in de melding van de TCI stond, onvoldoende duidelijk, specifiek en concreet was zodat op basis daarvan geen redelijk vermoeden van schuld kon worden aangenomen. Daarbij is geen nader onderzoek naar de (ouderdom van de) informatie verricht. Voorts heeft de verdachte, anders dan vermeld in het betreffende proces-verbaal, geen toestemming gegeven voor de doorzoeking van zijn woning. Nu niet naar objectieve maatstaven is gewogen of sprake was van een redelijk vermoeden van schuld, is de verdediging van mening dat de afgifte van toestemming van de rechter-commissaris tot doorzoeking onrechtmatig was.
Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een vormverzuim. De rechter-commissaris heeft over de rechtmatigheid van de doorzoeking van de woning van de verdachte reeds beslist, zodat een rechterlijke toets al heeft plaatsgevonden. Aan de zittingsrechter staat de rechtmatigheid van de toepassing van de bevoegdheid ter beoordeling. In het wettelijk systeem houdt die beoordeling, in een geval als het onderhavige, waarin de rechter-commissaris tevoren een machtiging heeft verstrekt, een beantwoording in van de vraag of de rechter-commissaris in redelijkheid tot zijn oordeel omtrent die machtiging heeft kunnen komen.
De rechtbank is in dit verband van oordeel dat de rechter-commissaris in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat de machtiging tot doorzoeking kon worden afgegeven. De TCI-melding is voldoende specifiek en concreet zodat op basis daarvan een redelijk vermoeden van schuld kon worden aangenomen. Daarnaast wordt in het relaas-proces-verbaal vermeld dat tevens onderzoek is gedaan naar de justitiële documentatie van de verdachte, waaruit blijkt dat hij reeds eerder (in 2015) is veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod (hennepteelt). Gelet hierop is nader onderzoek verricht naar de informatie uit de TCI-melding. Dit alles leidt ertoe dat de startinformatie op basis waarvan de woning is binnengegaan voldoende betrouwbaar, concreet en specifiek is geweest.
De verdediging heeft daarnaast aangevoerd dat de politie niet had mogen binnentreden, omdat de verdachte daartoe geen toestemming had gegeven. Uit het e-mailbericht van de officier van justitie, zoals opgenomen in de pleitaantekeningen van de verdediging, volgt dat is binnengetreden ter bevriezing ex artikel 96 lid 2 jo 97 lid 5 Sv door een hulpofficier van justitie die daartoe bevoegd was. Daarbij mag ter bevriezing van de situatie iemand staande worden gehouden. Nadat de rechter-commissaris toestemming had gegeven, is binnengetreden tot zoeking.
Gelet op deze feiten en omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een onherstelbaar vormverzuim en zal de rechtbank dit aspect niet meewegen bij de bepaling van de hoogte van de straf.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 mei 2021, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
De rechtbank heeft kennis genomen van het voorlichtingsrapport van Mijnreclassering van 15 juni 2021, dat op verzoek van de verdediging is opgesteld door [naam deskundige] .
Geadviseerd wordt om aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij Reclassering Nederland en het zich houden aan de afspraken en aanwijzingen van de reclassering, ook indien dat een psychologische behandeling bij een forensische behandelinstelling als Fivoor of soortgelijke instelling inhoudt. De verdachte is bereid om zijn emotionele kwetsbaarheid, middelengebruik, denkpatronen en (de rechtbank begrijpt: gebrek aan) probleemoplossende vaardigheden die deels hebben geleid tot zijn handelen, aan te pakken binnen een psychologische behandeling. Er is verder perspectief voor hem, hij kan intrekken bij zijn partner of een goede vriend, hij kan fulltime werken in de horeca voor deze vriend en er zijn verschillende financiële steunbronnen. De verdachte toont zich heel gemotiveerd, wat ook naar voren komt uit zijn gedrag binnen detentie.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een forse gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank houdt daarnaast rekening met de omstandigheid dat de aangetroffen partij cocaïne niet van de verdachte was en dat hij onder druk zou hebben gehandeld. Zijn rol is niettemin wezenlijk, omdat hij door mee te werken aan de opslag van de cocaïne en geen verklaring te willen afleggen over de eigenaar/eigenaren van de cocaïne, ervoor zorgt dat de eigenaar of eigenaren buiten het zicht van politie en justitie blijven. Daarnaast heeft de verdachte ook de cocaïne omgepakt in andere sealbags en voor eigen verkoop afgeroomd, zodat zijn eigen rol verder ging dan het alleen maar in bewaring nemen van de cocaïne. Tegelijkertijd leidt dit er wel toe dat bij het bepalen van de concrete strafmaat deze rol moet worden onderscheiden van die van de eigenaar/eigenaren. Daarnaast zal de verdachte van één van de ten laste gelegde feiten worden vrijgesproken, zodat de straf om die reden lager uitvalt dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank ziet gezien de ernst van het feit geen reden om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen.
Gelet op de financiële positie van de verdachte en het feit dat niet is gebleken dat de verdachte financieel geprofiteerd heeft van het bewezenverklaarde feit, ziet de rechtbank geen aanleiding om tevens een geldboete op te leggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen en maatregel, waaronder de hieronder te bespreken verbeurdverklaringen en onttrekkingen aan het verkeer, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat:
- de goederen op de lijst met inbeslaggenomen goederen met de nummers 78 t/m 81 (geldmachine, tweetal simkaarten en een weegschaal) en de nummers 91 t/m 92 (twee koffers) verbeurd worden verklaard;
- de goederen op de lijst met inbeslaggenomen goederen met de nummers 3 t/m 70 en 76 t/m 77 (verdovende middelen), de nummers 82 t/m 90 (verschillende munitie) en de nummers 93 t/m 98 (verschillende wapens) worden onttrokken aan het verkeer.
Ten aanzien van de overige in beslaggenomen goederen (de nummers 1, 2 en 71 t/m 75) is conservatoir beslag gelegd.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft op de goederen op de lijst van de in beslag genomen goederen met de nummers 78 t/m 98 en de verdovende middelen geen verweer gevoerd. Ten aanzien van het overige beslag heeft de verdediging verzocht zo mogelijk de goederen terug te geven aan de verdachte dan wel de rechthebbende.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank overweegt ten aanzien van de nummers 1, 2 en 71 t/m 75 dat, nu daarop conservatoir beslag is gelegd, de rechtbank daarover geen beslissing zal nemen.
De goederen met de nummers: 78 t/m 81 (geldmachine, tweetal simkaarten en een weegschaal) en de nummers 91 t/m 92 (twee koffers) zullen verbeurd worden verklaard. Dit betreffen voorwerpen met behulp van welke het feit is begaan. De koffers (nummers 91 t/m 92) behoren niet aan de verdachte toe. Nu niet kan worden vastgesteld aan wie de koffers toebehoren, zijn deze voor verbeurdverklaring vatbaar.
De goederen met de nummers 3 t/m 70 en 76 t/m 77 (verdovende middelen), de nummers 82 t/m 90 (verschillende munitie) en de nummers 93 t/m 98 (verschillende wapens) zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet.
De voorwerpen behoren niet toe aan de verdachte, maar zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door de verdachte begane feit aangetroffen. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van en de belemmering van de opsporing van soortgelijke feiten.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d en 47 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1:
78 1 STK Geldautomaat (Omschrijving: [naam omschrijving 1]
Geldtelmachine);
79 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: [naam omschrijving 2] );
80 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: [naam omschrijving 3] );
81 1 STK Weegschaal (Omschrijving: [naam omschrijving 4] );
91 1 STK Koffer (Omschrijving: [naam omschrijving 5]
Zwart koffertje inclusief bril, Zwart);
92 1 STK Koffer (Omschrijving: [naam omschrijving 6]
Zwart koffertje, Zwart, merk: Sky 9177);
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
3 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 1] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
4 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 2] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
5 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 3] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
6 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 4] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
7 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 5] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
8 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 6] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
9 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 7] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
10 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 8] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
11 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 10] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
12 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 11] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
13 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 12] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
14 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 13] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
15 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 14] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
16 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 15] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
17 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 16] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
18 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 17] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
19 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 18] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
20 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 19] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
21 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 20] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
22 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 21] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
23 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 22] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
24 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 23] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
25 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 24] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
26 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 25] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
27 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 26] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
28 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 27] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
29 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 28] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
30 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 29] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
31 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 30] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
32 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 31] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
33 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 32] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
34 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 33] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
35 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 34] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
36 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 35] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
37 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 36] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
38 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 37] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
39 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 38] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
40 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 39] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
41 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 40] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
42 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 41] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
43 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 42] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
44 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 43] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
45 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 44] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
46 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 45] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
47 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 46] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
48 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 47] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
49 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 48] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
50 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 49] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
51 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 50] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
52 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 51] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
53 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 52] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
54 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 53] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
55 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 54] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
56 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 55] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
57 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 56] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
58 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 57] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
59 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 58] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
60 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 59] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
61 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 60] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
62 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 61] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
63 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 62] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
64 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 63] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
65 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 64] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
66 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 65] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
67 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 66] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
68 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 67] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
69 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 68] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
70 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: [beslagnummer 69] / Blok met diverse lagen verpakkingsmateriaal)
76 1 STK Tas (Omschrijving: [naam omschrijving 7] )
77 1 STK Tas (Omschrijving: [naam omschrijving 8] )
82 200 STK Munitie (Omschrijving: [naam omschrijving 9]
losse patronen 45mm 100+50+47+3 (3 uit keuken));
83 100 STK Munitie (Omschrijving: A [naam omschrijving 10]
Doosje patronen 45 mm - 100 patronen in het doosje);
84 2 STK Munitie (Omschrijving: [naam omschrijving 11]
2x magazijnen);
85 1 STK Munitie (Omschrijving: [naam omschrijving 12]
1x ratel met patronen);
86 33 STK Munitie (Omschrijving: [naam omschrijving 13]
Magazijn met patronen - 33 stuk patronen);
87 1 STK Munitie (Omschrijving: [naam omschrijving 14]
Shotgun patron);
88 1 STK Munitie (Omschrijving: [naam omschrijving 15]
1x zakje 9 mm patronen);
89 1 STK Munitie (Omschrijving: [naam omschrijving 16]
1x zakje 38 mm patronen);
90 1 STK Munitie (Omschrijving: [naam omschrijving 17]
1x laserlamp voor wapen);
93 1 STK Wapen (Omschrijving: [naam omschrijving 18]
Volautomatische vuurwapens, HK Colt);
94 1 STK Wapen (Omschrijving: [naam omschrijving 19]
Volautomatische vuurwapens HKoch 9x19 kamerleeg, HKoch);
95 1 STK Wapen (Omschrijving: [naam omschrijving 20]
Patroonmagazijn incl. patronen uit [serienummer wapen] );
96 1 STK Wapen (Omschrijving: [naam omschrijving 21]
Zastava en patroonmagazijn incl patronen);
97 1 STK Wapen (Omschrijving: [naam omschrijving 22]
ZaSTAVA 765 patroonmagazijn incl patronen, kamer leeg);
98 1 STK Wapen (Omschrijving: [naam omschrijving 23]
HK Colt M16 A1 en patroonmagazijn en kamer leeg, HK Colt).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. B.E. Dijkers, voorzitter,
en mrs. K.A. Baggerman en N. Freese, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 juli 2021.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij,
op of omstreeks 8 maart 2021 te Rotterdam althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 160 kilogram cocaïne, in elk geval een
hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het
vijfde lid van artikel 3a van die wet;
artikel 2 ahf onder C Opiumwet
2.
hij,
op of omstreeks 8 maart 2021 te Rotterdam althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- twee, althans één of meer, (vuur)wapen(s) van categorie II, onder 2 van de Wet
wapens en munitie, te weten één of meer (automatisch(e)) vuurwapen(s);
- drie, althans één of meer (vuur)wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet
wapens en munitie, te weten één of meer handvuurwapens;
voorhanden heeft gehad.