Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 januari 2021 in de zaken tussen
het college van burgemeester en wethouders van Heumen, eiser,
Laco Malden B.V., eiseres,
de Autoriteit Consument & Markt (ACM), verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
e-mail aan hem toe zou zenden. Daarmee was uitgesloten dat de gemachtigde van Laco er niet op bedacht was het bestreden besluit per e-mail te ontvangen. Dat de gemachtigde van Laco daar ook daadwerkelijk op bedacht was, blijkt uit het feit dat hij de ontvangst van het besluit op 3 april 2020 per e-mail aan verweerder heeft bevestigd. Daarmee is het bestreden besluit, door toezending per e-mailbericht van 3 april 2020 bekendgemaakt conform artikel 3:41, eerste lid, van de Awb (vergelijk de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3392). Dit betekent dat de beroepstermijn liep van 4 april 2020 tot en met 15 mei 2020 en dat het op 18 mei 2020 ingestelde beroep te laat is. Dat de gemachtigde van Laco ervan uitging dat het bestreden besluit (ook) per post aan hem zou worden verstuurd en dat hij niet inziet waarom de verzending niet per reguliere post is gegaan, laat onverlet dat het besluit op 3 april 2020 bekend is gemaakt en dat daarmee de beroepstermijn is aangevangen. In wat Laco heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding als bedoeld in artikel 6:11 van de Awb.