ECLI:NL:RBROT:2021:6666

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 mei 2021
Publicatiedatum
12 juli 2021
Zaaknummer
C/10/616401 / JE RK 21-889
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarige in het kader van complexe echtscheidingsproblematiek tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 mei 2021 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ouders van [naam kind] zijn gescheiden en zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat in het belang van [naam kind] noodzakelijk is. Eerder is er al sprake geweest van ondertoezichtstellingen, maar de situatie is onveranderd gebleven. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind]. De ouders zijn niet in staat om gezamenlijk het ouderschap vorm te geven, wat leidt tot een complexe strijd die [naam kind] belast.

Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de moeder overbelast lijkt en dat er zorgen zijn over haar emotieregulatie en alcoholgebruik. De vader heeft aangegeven dat hij meer contact met [naam kind] wenst en dat hij zich zorgen maakt over de situatie bij de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat er een neutrale derde nodig is om de belangen van [naam kind] te behartigen. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling uit te voeren door het Leger des Heils, omdat het vertrouwen tussen de ouders en Jeugdbescherming west verstoord is.

De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ondertoezichtstelling is vastgesteld van 21 mei 2021 tot 21 mei 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/616401 / JE RK 21-889
datum uitspraak: 21 mei 2021

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2010 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 7 april 2021, ingekomen bij de griffie op 7 april 2021.
Op 7 mei 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de vader,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de Raad, [naam 1] en [naam 2],
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west Zuid-
Holland, gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen de GI, [naam 3].
Opgeroepen en niet verschenen is: de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van [naam kind]. [naam kind] heeft veel begeleiding en sturing nodig op sociaal gebied. Zij vindt het lastig om grenzen van andere kinderen aan te voelen. De ouders zijn niet in staat om vanuit het gezamenlijk ouderschap [naam kind] de sturing en begeleiding te bieden die zij nodig heeft. Er is daarnaast sprake van een complexe strijd tussen de ouders waarmee [naam kind] wordt belast. Het is noodzakelijk dat de ouders in het belang van [naam kind] de strijd loslaten. In de komende periode is het van belang dat een neutrale derde de belangen van [naam kind] behartigen. Er wordt ingezet op parallel ouderschap, waarbij de GI optreedt als bemiddelaar.
Er zijn al eerder twee ondertoezichtstellingen geweest. Hierbij is een vertrouwensbreuk ontstaan tussen de vader en de Jeugdbescherming west. De Raad heeft toch voor Jeugdbescherming west gekozen, omdat zij verwacht dat de moeder meer gemotiveerd is indien Jeugdbescherming west de ondertoezichtstelling uitvoert in plaats van het Leger des Heils. Om tegemoet te komen aan vader moet er wel een andere jeugdbeschermer vanuit Jeugdbescherming west worden ingezet. Tijdens de mondelinge behandeling is subsidiair verzocht de ondertoezichtstelling te laten uitvoeren door het Leger des Heils.

De standpunten

De GI heeft tijdens de mondelinge behandeling het volgende naar voren gebracht. De moeder heeft specifiek het vertrouwen in [naam 4], de vorige jeugdbeschermer.. De GI verwacht dat de ondertoezichtstelling moeilijk uitvoerbaar is, omdat de GI al met 1-0 achterstaat. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van [naam kind] en patronen tussen ouders moeten worden doorbroken. Er heeft echter al vier jaar een ondertoezichtstelling gelopen, maar de situatie is onveranderd. Parallel ouderschap is een optie, maar ook daarbij wordt de inzet en samenwerking van de ouders verwacht. De ouders zullen daarom beter met elkaar moeten leren samenwerken en hiervoor is vertrouwen nodig.
De vader vindt de ondertoezichtstelling noodzakelijk. De vader is het er alleen niet mee eens dat Jeugdbescherming west de ondertoezichtstelling zal uitvoeren. In de afgelopen jaren zijn er veel verschillende jeugdbeschermers vanuit Jeugdbescherming west betrokken geweest. Zij hebben niet voor een stabiele situatie kunnen zorgen en de samenwerking verliep moeizaam. Het is verder moeilijk om direct met de moeder te communiceren. De communicatie verloopt via haar oudste zoon. [naam kind] lijkt voortdurend onder druk te staan bij de moeder en de moeder stelt de belangen van [naam kind] niet op de eerste plek. Daarnaast maakt vader zich zorgen over het alcoholgebruik en de agressiviteit van de moeder. De vader probeert al drie jaar om samen met de moeder op de juiste wijze voor [naam kind] te zorgen, maar hij wordt tegengehouden door de moeder. De vader wil graag meer contact met [naam kind] en wenst dat zij gedurende de komende ondertoezichtstelling bij hem komt te wonen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Er is sprake van complexe echtscheidingsproblematiek tussen de ouders waarmee [naam kind] wordt belast. Ondanks eerdere ondertoezichtstellingen zijn de ouders niet in staat om gezamenlijk en in het belang van [naam kind] het ouderschap vorm te geven. [naam kind] is kwetsbaar en er zijn zorgen over haar sociaal-emotionele ontwikkeling. [naam kind] ervaart moeilijkheden in het aangaan van sociale relaties en is gebaat bij externe sturing en begeleiding. De ouders verschillen van visie over wat [naam kind] nodig heeft. Het ontbreekt de ouders aan wederzijds vertrouwen en zij zijn niet in staat op een constructieve wijze te communiceren. Moeder lijkt overbelast en er zijn zorgen over haar emotieregulatie. In de afgelopen periode is de hulpverlening ontoereikend gebleken. De ouders zijn wantrouwend richting de hulpverlening als gevolg van een eerdere moeizame samenwerking binnen de ondertoezichtstelling. De zorgen over de ontwikkeling van [naam kind] zijn dan ook nog onverminderd aanwezig. Het is daarom van belang dat patronen daadwerkelijk worden doorbroken. De kinderrechter acht de betrokkenheid van een neutrale derde in het kader van een ondertoezichtstelling van belang.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden. Om de ondertoezichtstelling te laten slagen is het van belang dat er een goede samenwerking tussen de ouders en de jeugdbeschermer tot stand komt. Omdat het vertrouwen tussen de ouders en Jeugdbescherming west dusdanig is verstoord, zal de kinderrechter [naam kind] onder toezicht stellen van het Leger des Heils.
De gecertificeerde instelling het Leger des Heils heeft zich bereid verklaard de ondertoezichtstelling uit te voeren.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 21 mei 2021 tot 21 mei 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. Moghaddam Charkari als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.