Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1] ,
[naam eiser 2],
1..[naam gedaagde 1] ,
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- het tussenvonnis van 10 juli 2019 en de daarin genoemde processtukken
- de akte strekkende tot wijziging van eis ex artikel 130 Rv., met producties, van [eisers] ,
- de antwoordakte van [gedaagden] ,
- het deskundigenrapport,
- de conclusie na deskundigenrapport van [eisers] ,
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van [gedaagden]
2..De verdere beoordeling
in conventie
Mverschilt. In de betwiste handtekening is de brug van de letter M (dat is het middelste deel) zichtbaar als een v-vorm die niet helemaal tot onder doorloopt. Bij de referentiehandtekeningen is dit juist wel het geval. De brug loopt verder door naar onder en is minder v-vormig. Het krommingsverloop van de kap (het bovenste deel) vind ik meer overeenkomstig, maar de rechter stok van de letter M verloopt ''bol'' naar beneden, terwijl dit bij de referentiehandtekeningen meer ''hol'' is of recht. De letter
Cen het krommingsverloop vind ik niet-tegenstrijdig. Deze letter C zou binnen de variatie van de referentiehandtekeningen kunnen passen. De letter
tdaarintegen verschilt juist weer. Deze is vrij klein geschreven ten opzichte van de overige letters, terwijl die in de referentiehandtekeningen groter is en steeds ongeveer even hoog als de naastgelegen letter C. Dit is een duidelijk verschil. De letter
Hvertoont wat overeenkomsten, maar niet qua grootte. De letter a verschilt weer duidelijk. In de betwiste handtekening is de letter a vrij klein en verwaarloosd geschreven, terwijl deze letter in de referentiehandtekeningen er duidelijk als een letter a uitziet. De letter
Vis in de betwiste handtekening wat ronder van vorm en wat kleiner dan die in de referentiehandtekeningen. de referentieletters V zijn wat puntiger. Het
eindpatroonin de referentiehandtekeningen vertoont enige variatie, echter ze eindigen allemaal links. Allen (de rechtbank leest: alleen) bij de betwiste handtekeningen eindigt dit patroon midden onder de handtekening omdat een extra haal aan is geschreven. Die laatste haal bevindt zich in geen van de referentie-handtekeningen.
patroon dat lijkt op de letter Dvertoont verschillen tussen de betwiste en de referentie-handtekeningen. De stok van de ''letter D'' bevindt zich links, terwijl dit bij de referentiehandtekeningen in het midden bevindt. Tevens verschilt de vorm van die stok. De kromming van de kap verschil ook; in de referentiehandtekeningen is deze kap veel royaler geschreven en ronder van vorm dan bij de betwiste handtekening. Het
patroon dat lijkt op de letter R(in de betwiste handtekening) komt niet als zodanig voor in de referentiehandtekeningen. Daar lijkt het patroon op een letter M en hierdoor verschilt dat patroon. Deze is royaal in de referentiehandtekeningen en kort van aard in de betwiste handtekening.
8..Interpretatie van de bevindingen
9..Conclusies
waarschijnlijkerwanneer hypothese H2 juist is danwanneer hypothese H1 juist is.
veel waarschijnlijkerwanneer hypothese H2juist is dan wanneer hypothese H1 juist is.
originelekoopovereenkomst. Volgens [eisers] zitten er verschillen tussen de parafen op pagina 1 van de als productie 1 overgelegde koopovereenkomst en pagina 1 van de door de deskundige gehanteerde versie van de koopovereenkomst. Dit betoog faalt. Terecht voeren [gedaagden] aan dat er een logische verklaring bestaat voor deze discrepantie (waarover de rechtbank al eerder geoordeeld, in het tussenvonnis van 20 februari 2019, rov. 4.5.1). De verklaring is, naar [eisers] zelf hebben gesteld, dat de Hypotheker een nieuwe versie wilde hebben van pagina 1. [naam gedaagde 1] heeft ter comparitie verklaard dat de reden daarvan was dat op pagina 1 een geboortedatum verkeerd vermeld stond. De stelling is dus niet goed onderbouwd.