Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
1. De ter beschikking gestelde arbeidskracht heeft recht op ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden als die welke gelden voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt:
het bruto loon conform de schaal waarin de werknemer is ingedeeld, ATV / ADV, toeslagen voor overwerk en onregelmatige uren, initiële loonsverhogingen zoals bij inlener bepaald, onkostenvergoedingen en periodieken.”Dit zijn echter de componenten van de inlenersbeloning zoals vermeld in de cao voor uitzendkrachten. Artikel 8 lid 1 Waadi en de inlenersbeloning zijn, anders dan Dosign meent, niet hetzelfde (zie ook Gerechtshof Amsterdam 14 juli 2020 ECLI:NL:GHAMS:2020:2010).
loonbetaling in dezelfde schaal als die van toepassing is op gelijke of gelijkwaardige functies in de inlenende onderneming. Loon is niets anders dan de tegenprestatie voor de bedongen arbeid en omvat mede het loon over bijvoorbeeld overuren, voor het werken op feestdagen en het loon over vakantiedagen. Met overige vergoedingen wordt bedoeld: de vergoedingen voor reisuren, reiskosten, pensionkosten, koffiegeld en andere noodzakelijk te achten kostenvergoedingen, voor zover werknemers in dienst van de inlenende onderneming in soortgelijke omstandigheden eveneens daarop aanspraak kunnen doen gelden.” [1]
Uitvoerbaarheid bij voorraad4.23 Dit vonnis wordt “uitvoerbaar bij voorraad” verklaard. Dit betekent dat Dosign aan de veroordelingen moet voldoen ook als zij in hoger beroep gaat.
5..De beslissing
: