ECLI:NL:RBROT:2021:6177
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitschrijving uit de Basisregistratie Personen (BRP) en de zorgvuldigheid van het adresonderzoek door de gemeente Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Sarikas, had beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente waarin hem werd meegedeeld dat hij per 23 april 2018 was uitgeschreven uit de Basisregistratie Personen (BRP). Dit besluit volgde op een onderzoek naar de rechtmatigheid van zijn bijstandsuitkering, waarbij eiser niet op een oproep was verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij het uitvoeren van het adresonderzoek. Eiser had aangetoond dat hij op het BRP-adres woonachtig was, en de rechtbank oordeelde dat de gemeente niet voldoende bewijs had geleverd dat eiser niet op het adres woonde. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen, omdat de gemeente niet had voldaan aan de vereisten voor een gedegen adresonderzoek zoals voorgeschreven in de Wet BRP. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser wegens betalingsonmacht geen griffierecht verschuldigd was en heeft de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.602,-.