Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juli 2021 in de zaak tussen
[naam eiser], te [woonplaats eiser], eiser,
de burgemeester van Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
.Eiser wist niet of had geen ernstige reden om te vermoeden dat de fenacetine en de paracetamol bestemd waren voor het plegen van een strafbaar feit. Verweerder heeft ook onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de aangetroffen stoffen en voorwerpen bestemd waren voor het plegen van een strafbaar feit. Verder voert eiser aan dat er geen overlastmeldingen van omwonenden zijn geweest en er geen drugshandel in de woning heeft plaatsgevonden. Het enkel aantreffen van de eerder genoemde stoffen is daardoor onvoldoende om de woning te sluiten.