In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de heffing van precariobelasting door de gemeente Alblasserdam. Eiseres, een B.V. die eigenaar en beheerder is van het elektriciteits- en gasnetwerk van een bedrijvenpark, heeft een aanslag precariobelasting ontvangen van € 38.464,38 voor het belastingjaar 2016. Deze aanslag is opgelegd voor het hebben van 19.827 strekkende meter kabels, leidingen en buizen in gemeentegrond. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door de gemeente.
Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 29 maart 2021 heeft de gemeente verklaard dat er een recht van opstal rust op de percelen van eiseres, wat betekent dat er geen precariobelasting kan worden geheven voor de kabels en leidingen die onder dit recht vallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente aannemelijk heeft gemaakt dat de helft van de kabels en leidingen onder het recht van opstal valt, en heeft geoordeeld dat de aanslag daarom moet worden verlaagd. De rechtbank heeft de aanslag vastgesteld op € 19.232,19, wat overeenkomt met de helft van het oorspronkelijke bedrag.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gemeente zich aan de wettelijke termijn voor het opleggen van de aanslag heeft gehouden en dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.333,-. De uitspraak is openbaar gedaan en kan binnen zes weken worden aangevochten bij het gerechtshof Den Haag.