Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten in de zaak met parketnummer 10/246353-20;
- bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten in de zaak met parketnummer 10/328130-20;
- veroordeling van de verdachte tot oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 22/003076-12.
4..Waardering van het bewijs
Ten aanzien van parketnummer 10/246353-20
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering maatregel
8..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
Ten aanzien van parketnummer 10/246353-20
9..Vordering tenuitvoerlegging
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12.. Beslissing
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 (vijfendertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.406,67 (zegge: duizend vierhonderdzes euro en zevenenzestig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 1.406,67 (zegge: duizend vierhonderdzes euro en zevenenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.406,67 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
24 (vierentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;