ECLI:NL:RBROT:2021:589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 januari 2021
Publicatiedatum
29 januari 2021
Zaaknummer
10/741016-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkrachting met betrekking tot een minderjarige in Spanje

Op 20 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 2 augustus 2019 in Cambrils, Spanje, waarbij de verdachte, destijds 21 jaar oud, een 15-jarig meisje heeft verkracht. De verdachte en het slachtoffer waren op vakantie met de familie van de verdachte. Na een avond uit, lag het slachtoffer op bed, onder invloed van alcohol, toen de verdachte bij haar ging liggen en haar op verschillende manieren betastte, inclusief het seksueel binnendringen van haar lichaam. Ondanks herhaalde pogingen van het slachtoffer om zich van de verdachte weg te draaien, ging hij door met zijn handelingen totdat zijn zusje de kamer binnenkwam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan verkrachting en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 dagen, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 2.735,17 aan de benadeelde partij toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft geen vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, omdat er geen aanwijzingen waren dat de verdachte na terugkomst in Nederland contact had gezocht met het slachtoffer. De uitspraak benadrukt de ernst van het delict en de impact op het slachtoffer, maar houdt ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en het ontbreken van een strafblad.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/741016-20
Datum uitspraak: 20 januari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. E.A. Kool, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 6 januari 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.B.J. ten Have heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest;
  • oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel zoals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), te weten een contactverbod met [naam slachtoffer] (hierna: [naam slachtoffer] ) voor de duur van twee jaar en twee weken vervangende hechtenis per overtreding van de maatregel.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 02 augustus 2019 te Cambrils in Spanje,
door feitelijkheden iemand, te weten
[naam slachtoffer] , heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam, namelijk het
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en
tussen de schaamlippen op de clitoris, van die [naam slachtoffer] , en
- betasten van en/of knijpen in de (ontblote) billen en borsten van die [naam slachtoffer] ,
waarbij de andere feitelijkheden hebben bestaan uit het
- naast die [naam slachtoffer] op bed gaan liggen, en
- ( onverhoeds) zijn, verdachtes, hand in de onderbroek van die [naam slachtoffer] doen
en (vervolgens) betasten van en/of knijpen in de (ontblote) billen van
die [naam slachtoffer] , en
- ( onverhoeds) uittrekken van de onderbroek van die [naam slachtoffer] en
(vervolgens), terwijl die [naam slachtoffer] op haar linkerzij lag zijn, verdachtes
arm onder de rechterarm van die [naam slachtoffer] door steken en (vervolgens)
brengen en/of houden van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en tussen de schaamlippen op de clitoris, van die [naam slachtoffer] en
(daarbij) betasten van en/of knijpen in de (ontblote) borsten van die
[naam slachtoffer] , en
- ( daarbij) die [naam slachtoffer] weer terugdraaien op haar rug, en
- verrichten van voornoemde seksuele handelingen ondanks dat die [naam slachtoffer]
tegen verdachte zei dat het pijn deed en zich van verdachte
wegdraaide en hem wegduwde.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
verkrachting
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte, destijds 21 jaar, heeft zich schuldig gemaakt aan verkrachting van een toentertijd 15-jarig meisje. Het slachtoffer was op vakantie in het buitenland met de familie van de verdachte. Na een nacht stappen is het slachtoffer teruggegaan naar het appartement waar zij beiden verbleven. Zij was onder invloed van alcohol en is op bed gaan liggen. De verdachte is bij het slachtoffer op bed gaan liggen en heeft vervolgens het slachtoffer op verschillende plekken betast en ook zijn vingers in de vagina van het slachtoffer gedaan. Het slachtoffer heeft zich meerdere keren weggedraaid van de verdachte, maar de verdachte is desondanks doorgegaan. De verdachte is pas gestopt toen zijn zusje de kamer binnenkwam.
Het is algemeen bekend dat slachtoffers van zedenmisdrijven nog lange tijd ernstige psychische gevolgen kunnen ondervinden van wat hen is overkomen. Hoe ingrijpend de gevolgen voor [naam slachtoffer] zijn geweest, blijkt uit haar schriftelijke slachtofferverklaring die op de terechtzitting door haar moeder is voorgelezen. Het slachtoffer voelde zich altijd veilig bij het gezin van de verdachte. Dat de verdachte zich heeft vergrepen aan een aan zijn familie toevertrouwd meisje dat ver van huis was, rekent de rechtbank de verdachte zeer aan. De verdachte heeft niet stilgestaan bij de consequenties voor het slachtoffer en heeft slechts gehandeld ter bevrediging van zijn eigen behoefte.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 2 december 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 9 april 2020. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De kans op (seksuele) recidive is klein. Er zijn geen sterk aanwezige redenen bevonden om de redenering van de verdachte dat zijn handelen vooral ingegeven was dan wel beïnvloedt werd door de ontremmende werking van zijn alcoholgebruik in twijfel te trekken. Ook zijn er vooralsnog geen redenen bevonden tot het vermoeden van de aanwezigheid van eventuele daadwerkelijke seksuele problematiek. Geadviseerd wordt het feit enkel strafrechtelijk af te doen.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op dat wat de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Voor verkrachting worden in het algemeen straffen opgelegd die variëren van korte vrijheidsstraffen al dan niet gecombineerd met een taakstraf, tot lange gevangenisstraffen. De in individuele gevallen op te leggen strafmodaliteit en de hoogte van de straf zijn sterk afhankelijk van de omstandigheden waaronder het feit heeft plaatsgevonden en de persoon van de verdachte. Het onderhavige delict heeft een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van het slachtoffer. Dat sprake is van een jong slachtoffer dat ver van huis was, neemt de rechtbank in strafvermeerderende zin mee. De rechtbank houdt er echter ook rekening mee dat het feit is begaan door een relatief jonge verdachte zonder relevant strafblad en ten aanzien van wie geen seksuele stoornis is geconstateerd en de recidivekans als laag is geschat. Onder die omstandigheden en mede in aanmerking genomen de aard van de verrichte handelingen, ziet de rechtbank geen meerwaarde in het opleggen van een langere gevangenisstraf dan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Gelet op de ernst van het feit zal de rechtbank daarnaast een taakstraf van de maximale duur opleggen.
De rechtbank komt aldus tot een aanmerkelijk lagere straf dan de officier van justitie heeft gevorderd.
De rechtbank zal niet de vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr opleggen. Deze maatregel dient ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van strafbare feiten (vgl. HR 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1680). Nu niet gebleken is dat de verdachte na terugkomst in Nederland nog contact heeft opgezocht met het slachtoffer en uit het reclasseringsrapport blijkt dat de kans op (seksuele) recidive klein is, ziet de rechtbank onvoldoende grond voor de oplegging van een contactverbod met [naam slachtoffer] .
Alles overwegende zal de rechtbank aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 3 dagen en een taakstraf voor de duur van 240 uur.

8..Vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam slachtoffer] ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 235,17 aan materiële schade en een vergoeding van € 7.000 aan immateriële schade, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de vordering benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard dan wel moet worden afgewezen.
Materiële schade
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht.
De reis- en parkeerkosten zijn voldoende onderbouwd en onweersproken, zodat deze zullen worden toegewezen.
Immateriële schade
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht.
Die schade zal op basis van de op dit moment gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 2.500. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat blijkens het aan het schadevoegingsformulier gehechte intakeverslag van Forta Groep [naam slachtoffer] omstreeks dezelfde periode ook kampte met problemen die los staan van het nu voorliggende strafbare feit. Nader onderzoek naar de gegrondheid van de vordering en de omvang daarvan zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de nadere behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.2.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 2.735,17, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Bovendien wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 22c, 22d, 36f en 242 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer] , te betalen een bedrag van
€ 2.735,17 (zegge: tweeduizend zevenhonderdvijfendertig euro en zeventien eurocent), bestaande uit € 235,17 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam slachtoffer] te betalen
€ 2.735,17 (zegge: tweeduizend zevenhonderdvijfendertig euro en zeventien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.735,17 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
37 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. C.E. Bos en E.M. Moerman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 januari 2021.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 02 augustus 2019 te Cambrils, in elk geval in Spanje,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met
geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten
[naam slachtoffer] , heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam, namelijk het
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of
tussen de schaamlippen, althans op de clitoris, van die [naam slachtoffer] , en/of
- betasten van en/of knijpen in de (ontblote) billen en/of borsten van die
[naam slachtoffer] ,
waarbij het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging
met geweld en/of de bedreiging met (een) ander feitelijkhe(i)d(en)
heeft/hebben bestaan uit het
- naast die [naam slachtoffer] op bed gaan liggen, en/of
- ( onverhoeds) zijn, verdachtes, hand in de onderbroek van die [naam slachtoffer] doen
en/of (vervolgens) betasten van en/of knijpen in de (ontblote) billen van
die [naam slachtoffer] , en/of
- ( onverhoeds) uittrekken van de onderbroek van die [naam slachtoffer] en/of
(vervolgens), terwijl die [naam slachtoffer] op haar linkerzij lag zijn, verdachtes,
arm onder de rechterarm van die [naam slachtoffer] door steken en/of (vervolgens)
brengen en/of houden van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of
tussen de schaamlippen, althans op de clitoris, van die [naam slachtoffer] en/of
(daarbij) betasten van en/of knijpen in de (ontblote) borsten van die
[naam slachtoffer] , en/of
- ( daarbij) die [naam slachtoffer] weer terugdraaien op haar rug, en/of
- verrichten van voornoemde seksuele handelingen ondanks dat die [naam slachtoffer]
huilde en/of tegen verdachte zei dat het pijn deed en/of zich van verdachte
wegdraaide en/of hem wegduwde;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij
op of omstreeks 02 augustus 2019 te Cambrils, in elk geval in Spanje,
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had
bereikt, te weten met [naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2004), buiten echt
ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of
tussen de schaamlippen, althans op de clitoris, van die [naam slachtoffer] , en/of
- betasten van en/of knijpen in de (ontblote) billen en/of borsten van die
[naam slachtoffer] .