Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel zoals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), te weten een contactverbod met [naam slachtoffer] (hierna: [naam slachtoffer] ) voor de duur van twee jaar en twee weken vervangende hechtenis per overtreding van de maatregel.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) dagen;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;
€ 2.735,17 (zegge: tweeduizend zevenhonderdvijfendertig euro en zeventien eurocent), bestaande uit € 235,17 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam slachtoffer] te betalen
€ 2.735,17 (zegge: tweeduizend zevenhonderdvijfendertig euro en zeventien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.735,17 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
37 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;