Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- partiële vrijspraak met betrekking tot het vuurwapen en voor het overige bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar met oplegging van bijzondere voorwaarden;
- gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling in de zaak met VI-nummer 99000165-47 voor de duur van 650 dagen en afwijzing voor het overige.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
2..(primair)
diefstal, voorafgegaan van bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9..Vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
12 (twaalf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- zich zal melden bij Reclassering Nederland en zich daar gedurende de proeftijd zal melden, zolang en zo vaak de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich onder ambulante behandeling zal stellen van een nader te omschrijven instantie voor (forensische) psychiatrie en/of (forensische) verslavingszorg, op tijden en plaatsen als door of namens die deskundige/zorginstelling aan te geven, voor zijn agressieregulatie/impulsbeheersing, of zoveel korter als de reclassering in overleg met de deskundige/zorginstelling verantwoord vindt. De veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de behandelaar worden gegeven;
- zich onthoudt van het gebruik van verdovende middelen genoemd op lijst 1 en/of 2 behorende bij de Opiumwet (harddrugs en/of softdrugs) en alcohol. De veroordeelde werkt mee aan bloedonderzoek en/of urineonderzoek en/of ander controlemiddel, ten behoeve van de naleving van dit verbod;
- zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang. De veroordeelde houdt zich aan het (dag)programma dat de instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
- mee zal werken aan hulpverlening met betrekking tot zijn financiële situatie en inzicht zal geven in zijn financiën;
€ 4.346,96 (zegge: vierduizend driehonderdzesenveertig euro en zesennegentig eurocent), bestaande uit € 1.846,96 (€ 242,- + € 1.604,96) aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 4.346,96 (zegge: vierduizend driehonderdzesenveertig euro en zesennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 4.346,96niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
86 (zesentachtig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;