ECLI:NL:RBROT:2021:5862
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 1 juni 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.H. Weermeijer, verzocht om wraking van mr. H. Bedee, rechter in een bestuursrechtelijke zaak. Dit verzoek volgde na een zitting op 15 april 2021, waar verzoeker zijn beroep tegen een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank had behandeld. Verzoeker stelde dat de rechter niet onafhankelijk was en dat er verschillende procedurele fouten waren gemaakt, waaronder het niet ondertekenen van het proces-verbaal en het beëindigen van de zitting in plaats van deze te schorsen. De wrakingskamer heeft de feiten en omstandigheden van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een schijn van vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter zijn taak naar behoren had uitgevoerd en dat de gronden voor wraking niet tijdig waren ingediend. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, met uitzondering van het deel dat betrekking had op het niet ondertekenen van het proces-verbaal, waar verzoeker niet-ontvankelijk in werd verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in de meervoudige kamer voor wrakingszaken.