ECLI:NL:RBROT:2021:5762
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Afwijzing parkeervergunning voor bewoners met elektrische auto in Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, woonachtig in Rotterdam, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eiser had een aanvraag ingediend voor een permanente parkeervergunning, die door de gemeente werd afgewezen. De gemeente stelde dat de eiser niet in aanmerking kwam voor de vergunning omdat hij woonde in een gebouw met een bijbehorende parkeervoorziening. De eiser, die een elektrische auto rijdt, voerde aan dat hij zijn auto niet kan opladen in de parkeergarage, omdat deze automatisch is en hij geen toegang heeft tot zijn voertuig. Hij betoogde dat er geen laadpaal beschikbaar is in de garage en dat dit een onbillijke situatie creëert.
De rechtbank overwoog dat de eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een parkeervergunning, zoals vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2020. De rechtbank oordeelde dat de gemeente bevoegd was om de vergunning te weigeren, ondanks de argumenten van de eiser over het opladen van zijn elektrische auto. De rechtbank benadrukte dat de eiser de mogelijkheid had om zijn auto op te laden bij oplaadpunten in de omgeving, en dat de gemeente voldoende had toegelicht dat het beleid gerechtvaardigd was door de schaarste aan parkeerruimte in de stad.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.