Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
27 oktober 2020,
11 januari 2021en
21 januari 2021.
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van de poging tot moord zoals impliciet primair ten laste gelegd in het primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van de poging tot doodslag zoals impliciet subsidiair ten laste gelegd in het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren;
€ 8.993,93 (zegge: achtduizend negenhonderddrieënnegentig euro en drieënnegentig cent), bestaande uit € 993,93 aan materiële schade en € 8.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen een bedrag van
€ 8.993,93 (zegge: achtduizend negenhonderddrieënnegentig euro en drieënnegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
79 dagen;