Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juni 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres], te [woonplaats eiseres], eiseres,
de korpschef van politie, verweerder,
Procesverloop
.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die lijdt aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS), en de korpschef van politie. Eiseres had verzocht om vergoeding van de kosten voor het aanpassen van twee trappen in haar woning, zodat een PTSS Buddyhond kon worden geplaatst. De rechtbank oordeelde dat de kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat eiseres niet kon aantonen dat haar situatie een bijzonder geval was in de zin van artikel 53 van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). De rechtbank stelde vast dat er een pilotregeling bestaat voor de vergoeding van bepaalde kosten van een PTSS Buddyhond, maar dat de kosten voor de aanpassing van de trappen daar niet onder vallen. Eiseres had aangevoerd dat haar situatie bijzonder was, omdat zij volledig arbeidsongeschikt was door haar werkgerelateerde ziekte en dat de PTSS Buddyhond haar laatste hoop was. De rechtbank oordeelde echter dat deze omstandigheden niet voldoende onderscheidend waren om als bijzonder geval te kwalificeren. Bovendien was er nog geen medisch wetenschappelijk onderzoek afgerond naar de effectiviteit van een PTSS Buddyhond, waardoor de kosten in verband met de buddyhond niet als noodzakelijk te maken kosten konden worden aangemerkt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres af.