ECLI:NL:RBROT:2021:5475
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure over wegslepen van een legaal geparkeerd voertuig in Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de kosten van het wegslepen van een voertuig. Eiser, eigenaar van het voertuig, had zijn auto geparkeerd aan de Maaskade in Rotterdam op een moment dat er nog geen parkeerverbod gold. Echter, op 10 juni 2019, de dag waarop het tijdelijke parkeerverbod van kracht werd in verband met een evenement, werd het voertuig door de gemeente weggesleept. Eiser was op vakantie en had niet kunnen controleren of de parkeerregels waren gewijzigd. Hij betwistte de kosten van het wegslepen, die door de gemeente op hem werden verhaald, en stelde dat hij geen verwijt trof voor het niet tijdig verwijderen van zijn voertuig.
De rechtbank overwoog dat de gemeente Rotterdam het recht had om het voertuig weg te slepen, aangezien het tijdelijke parkeerverbod was ingesteld en de verkeersborden tijdig waren geplaatst. De rechtbank oordeelde dat eiser, ondanks zijn afwezigheid, een zekere verantwoordelijkheid had om te controleren of de parkeerregels waren gewijzigd. De rechtbank concludeerde dat eiser een verwijt kon worden gemaakt voor het niet tijdig verwijderen van het voertuig, en dat de gemeente in redelijkheid de kosten van het wegslepen op hem kon verhalen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van verkeersdeelnemers om op de hoogte te blijven van de geldende verkeersregels, ook tijdens afwezigheid, en bevestigt dat bestuursorganen in bepaalde gevallen kosten van bestuursdwang kunnen verhalen op de betrokkenen.