Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: ROT 20/1579
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het college, waarbij twee van zijn voertuigen op 25 november 2019 waren weggesleept en opgeslagen wegens hinderlijk parkeren op een terrein aan de Industrieweg te Rotterdam. Dit parkeerverbod was tijdelijk ingesteld in verband met werkzaamheden. De eiser stelde dat hij niet op de hoogte was van het parkeerverbod en dat het niet noodzakelijk was om zijn voertuigen weg te slepen. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet op de hoogte kon zijn van het parkeerverbod en dat de kosten van het wegslepen en opslaan van de voertuigen terecht aan hem in rekening waren gebracht. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.