Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juni 2021 in de zaak tussen
[naam eiser], te [woonplaats eiser], eiser,
Procesverloop
2 december 2019 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. De rechtbank heeft verweerder opgedragen binnen acht weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
Overwegingen
24 september 2019 (ECLI:NL:RBROT:2019:7470).
- de aangetroffen betalingen aan deurwaarder Flandering & Van Eck voor een dossier dat niet in de schuldregeling is opgenomen;
- een niet betaalde boete aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) waardoor op eisers vakantiegeld beslag is gelegd en de afspraak over het inlopen van de achterstand van de reservering afloscapaciteit niet kon worden nagekomen;
- de ontstane achterstand van de boedelrekening;
- het door eiser herhaaldelijk niet tijdig en niet volledig nakomen van zijn informatieverplichting, ook niet naar herhaalde verzoeken van Schuldhulpverlening om gegevens en informatie te overleggen;
- het herhaaldelijk ontstaan van achterstanden bij onder andere zorgverzekeraar CZ.
13 januari 2017 en de woningbrand in september 2017 heeft ontvangen. Hij heeft deze mogelijkheid zelfs expliciet opengehouden. Gelet op de duur van deze periode vindt de rechtbank het zonder onderbouwing ook niet aannemelijk dat eiser die hele periode niets (via de leasemaatschappij) van het CJIB heeft ontvangen. De woningbrand is dan ook geen rechtvaardiging om verweerder niet over deze schuld aan het CJIB te informeren.