ECLI:NL:RBROT:2021:5329
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Stemker Köster
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige crisismaatregel en schadevergoeding op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 31 mei 2021, wordt een beroep behandeld tegen een crisismaatregel die is opgelegd op basis van artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een betrokkene die in een separeerruimte verbleef en wiens advocaat aanvoert dat de burgemeester niet heeft voldaan aan de hoorplicht. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester onvoldoende inspanningen heeft geleverd om de betrokkene te horen, wat leidt tot de conclusie dat de crisismaatregel onrechtmatig is opgelegd. De rechtbank vernietigt de crisismaatregel en kent een schadevergoeding toe van €225,- voor de onrechtmatige detentie van drie dagen. De rechtbank benadrukt dat de burgemeester de verplichting heeft om de betrokkene in de gelegenheid te stellen om gehoord te worden, en dat het enkele feit dat de betrokkene in de separeer verblijft niet voldoende is om aan te nemen dat hij niet gehoord kon worden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en partijen worden in de eigen kosten veroordeeld.