ECLI:NL:RBROT:2021:5119

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juni 2021
Publicatiedatum
8 juni 2021
Zaaknummer
10/700024-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van brandstichting en explosieven in Rotterdam

Op 8 juni 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die werd beschuldigd van brandstichting en het in bezit hebben van vuurwerkbommen in de wijk Lombardijen rond de jaarwisseling 2020-2021. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een taakstraf, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de brandstichting en het medeplegen van het voorhanden hebben van vuurwerkbommen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet had meegeholpen bij het maken van de vuurwerkbommen en slechts een foto had gemaakt van de situatie. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met anderen, wat noodzakelijk is voor een veroordeling voor medeplegen. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten. De rechtbank heeft ook het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/700024-21
Datum uitspraak: 8 juni 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam minderjarige verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats minderjarige verdachte] op [geboortedatum minderjarige verdachte] 2005,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres minderjarige verdachte] , [postcode minderjarige verdachte] [woonplaats minderjarige verdachte] ,
Raadsman mr. K. Durdu, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 19 mei 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder feit 1 en feit 3 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder feit 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie met aftrek
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder
feit 1 en feit 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Vrijspraak feit 2
4.2.1.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zich in het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevindt dat de verdachte samen met zijn vrienden vuurwerkbommen voorhanden heeft gehad (feit 2).
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. De verdachte heeft er alleen bijgestaan toen anderen vuurwerkbommen voorhanden hadden en heeft een foto van de vuurwerkbommen gemaakt. De verdachte heeft geen beschikkingsmacht gehad.
4.2.2.
Beoordeling en conclusie
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezen verklaard, indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met iemand anders, waarbij die samenwerking gericht is op het gezamenlijk uitvoeren van het delict.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Vast staat dat de verdachte op 31 december 2020 met een groep jongeren in het Spinozapark in Rotterdam aanwezig was en dat een aantal van hen vuurwerkbommen bij zich hadden.
De verdachte heeft hierover verklaard dat een groep jongens een tas bij zich had waar de terpentine, duct tape en de Cobra’s in zaten. Deze jongens hebben daarvan ter plekke in het Spinozapark vuurwerkbommen gemaakt. De verdachte heeft verklaard dat hij niet heeft meegeholpen met het maken van de vuurwerkbommen, maar dat hij wel een foto heeft gemaakt toen de vuurwerkbommen klaar waren. Deze foto bevindt zich ook in het dossier.
De rechtbank is op grond van de inhoud van het dossier van oordeel dat er onvoldoende informatie is omtrent de precieze omstandigheden in het park en de samenstelling en situatie van de groep jongeren.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten niet is komen vast te staan. Alleen het maken van een foto is hiervoor onvoldoende. Daarnaast is de rechtbank niet gebleken dat de verdachte enige rol heeft gehad bij de voorbereiding van het maken van de bommen of na afloop daarvan. Ook in dit verband kan dan niet van een bewuste en nauwe samenwerking worden gesproken. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde medeplegen.
Aangezien evenmin kan worden vastgesteld dat de verdachte zelfstandig een rol heeft gehad bij het maken en het voorhanden hebben van de vuurwerkbommen, dient de verdachte in z’n geheel van het onder 2 ten laste gelegde feit te worden vrijgesproken.

5..Vorderingen benadeelde partijen

Benadeelde partij [naam benadeelde 1]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde 1] , gevestigd te Rotterdam, ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 176.945,57 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast vordert [naam benadeelde 1] een bedrag van € 16.270,50 aan proceskosten.
5.1.
Standpunt officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet ontvankelijkheid van de benadeelde partij ten aanzien van het gevorderde bedragen aan materiële schade en proceskosten, omdat hij heeft gevorderd dat de veroordeelde wordt vrijgesproken voor feit 1.
De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
5.2.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.3.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
Benadeelde partij [naam benadeelde 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde 2] ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 6.331,99 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
5.4.
Standpunt officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet ontvankelijkheid van de benadeelde partij ten aanzien van het gevorderde bedragen aan materiële schade en proceskosten, omdat hij heeft gevorderd dat de veroordeelde wordt vrijgesproken voor feit 3.
De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
5.5.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.6.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

6..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de
benadeelde partij [naam benadeelde 1]niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde 1] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten nihil;
verklaart de
benadeelde partij [naam benadeelde 2]niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde 2] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. A.J. van Dijk en T. van den Akker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.J. Berke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 juni 2021.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
(Brandstichting [naam school] )
hij op of omstreeks 31 december 2020 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft gebracht in/aan het schoolgebouw van ' [naam school] ', gelegen aan de [adres delict] , immers heeft / hebben
verdachte en / of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk een zogenaamde vuurwerkbom/brandbom, zijnde een of meer flessen inhoudende/bevatttende brandstof(fen) en/of een brandversnellende stof(fen), al dan niet voorzien van een stuk vuurwerk (cobra), aan/tegen voornoemd pand
bevestigd/vastgemaakt/gezet en/of in het pand geplaatst/gegooid en/of (vervolgens) (daarbij) deze vuurwerkbom/brandbom aangestoken en/of tot ontploffing gebracht, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met deze vuurwerkbom/brandbom, althans met (een) brandbare stof(fen),
ten gevolge waarvan een ontploffing heeft plaatsgevonden en/of brand is ontstaan en/of voornoemd pand en/of de inboedel van dit pand geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand en beschadigd, terwijl daarvan
gemeen gevaar voor de in dit pand aanwezige goederen en/of de naastgelegen en/of belendende panden/percelen (althans de aldaar aanwezige goederen), in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar voor de in de belendende/naastgelegen panden/percelen aanwezige personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen te duchten was;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 december 2020 te Rotterdam, op of aan de openbare weg, de [adres delict] , in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen het schoolgebouw van ' [naam school] ' en/of de in dit pand aanwezige inboedel/goederen, welk geweld bestond uit het
- zich, in het bezit van een of meer vuurwerkbommen/brandbommen, zijnde een of meer flessen inhoudende/bevattende brandstof(fen) en/of een brandversnel1ende stof(fen), al dan niet voorzien van een stuk vuurwerk (cobra), begeven naar het schoolgebouw van [naam school] en/of
- ( vervolgens) betreden van het (afgesloten) schoolplein van dit schoolgebouw
en/of
- ( daarbij) afdekken, althans onherkenbaar maken van het gezicht middels een capuchon en/of mondkap en/of
- ( vervolgens) vernielen van een of meer ruiten/ramen van dit schoolgebouw
en/of
- ( vervolgens) (daarbij) gooien/bevestigen/plaatsen van één van voornoemde vuurwerkbommen/brandbommen, in/aan/tegen voornoemd pand en/of (vervolgens) (daarbij) deze vuurwerkbom/brandbom aansteken en/of tot ontploffing brengen en/of
- ( daarbij) filmen/opnemen van voornoemde handelingen, althans van de ontploffing en/of brand in/aan het schoolgebouw als gevolg daarvan, ten einde op/via social media en/of 'snapchat', althans het internet één of meer filmpjes/videobestanden van deze ontploffing en/of brand in/aan het schoolgebouw, te kunnen plaatsen/verspreiden, althans openbaar te maken;
2.
hij op of omstreeks 31 december 2020 te Rotterdam tezamen en in vereniging met (een) ander(en)
(een) wapen(s) in de zin van artikel 2 lid 1 van Categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie,
te weten een of meer flessen gevuld met terpentine, althans (een) brandbare/brandversnellende stof(fen), Met daaraan vastgetaped een of meer stuks zwaar vuurwerk (te weten (een) zogenaamde Cobra('s))
zijnde (een) voorworp(en) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing voorhanden heeft gehad;
3.
(zaak: vernieling Dodge Ram)
hij op of omstreeks 31 december 2020 te Rotterdam tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht aan/in een (personen)auto, te weten een Pick up truck, van het merk: Dodge, type: Ram 1500 Laramie, voorzien van het kenteken: [kentekennummer] , immers heeft/hebben verdachte en/of (een of rneer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk
een zogenaamde vuurwerkbom/brandbom en/of een of meer stuks zwaar vuurwerk (te weten één of meer cobra's) aan/op/tegen voornoemde auto, in de nabijheid van de benzineklep/benzineleiding/gastank, bevestigd/vastgemaakt en/of (vervolgens) (daarbij) deze vuurwerkbom/brandbom en/of dit zwaar vuurwerk
aangestoken en/of tot ontploffing gebracht, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met voornoemde vuurwerkbom/brandbom en/of zwaar vuurwerk, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan een ontploffing heeft plaatsgevonden en voornoemde auto (te weten de tankdop en/of
gastank en/of benzineleiding en/of laadbak) geheel of gedeeltelijk is beschadigd, terwijl daarvan gemeen gevaar voor voor de naast deze (personen)auto gelegen panden/woningen (althans de aldaar aanwezige goederen) en/of de nabij deze (personen)auto (geparkeerd) staande auto's/voertuigen,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 december 2020 te Rotterdam ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand te stichten en/of een ontploffing teweeg te brengen in/aan/van een (personen)auto, te weten een Pick up truck, van het
merk: Dodge, type: Ram 1500 Laramie, voorzien van het kenteken: [kentekennummer] ,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een zogenaamde vuurwerkbom/brandbom en/of een of meer stuks zwaar vuurwerk (te weten één of meer cobra's) aan/op/tegen voornoemde auto, in de nabijheid van de benzineklep/benzineleiding/gastank, heeft bevestigd/vastgemaakt en/of (vervolgens) (daarbij) deze vuurwerkbom/brandbom en/of dit zwaar vuurwerk heeft aangestoken en/of tot ontploffing gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (om voornoemde auto vlam te laten vatten en/of (als
geheel) te laten ontploffen) niet is voltooid;
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 december 2020 te Rotterdam, op of aan de openbare weg, de [adres delict] , in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een (personen)auto, te weten een Piek up truck, van het merk: Dodge, type: Ram 1500 Laramie, voorzien van het
kenteken: [kentekennummer] , welk geweld bestond uit het
- bevestigen/vastmaken van een zogenaamde vuurwerkbom/brandbom en/of een of meer stuks zwaar vuurwerk (te weten één of meer cobra's) aan/op/tegen voornoemde auto, in de nabijheid van de benzineklep/benzineleiding/gastank
en/of
- ( vervolgens) (daarbij) deze vuurwerkbom/brandbom en/of dit zwaar vuurwerk aan te steken en/of tot ontploffing te brengen en/of
- ( daarbij) filmen/opnemen van voornoemde handelingen, althans van de ontploffing en/of brand van/aan (een deel van) deze auto als gevolg daarvan ten einde op/via social media en/of 'snapchat', althans het internet één of meer filmpjes/videobestanden van deze ontploffing en/of brand van/aan (een deel van) deze auto, te kunnen plaatsen/verspreiden, althans openbaar te maken;