ECLI:NL:RBROT:2021:4762

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2021
Publicatiedatum
31 mei 2021
Zaaknummer
C/10/616941 / JE RK 21-992
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en benoeming bijzondere curator in complexe echtscheidingszaak met kinderen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 mei 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2], en de benoeming van een bijzondere curator. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 5 juni 2021, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van een jaar. De ouders van de kinderen hebben een complexe echtscheidingsproblematiek, waarbij de communicatie tussen hen al vier jaar moeizaam verloopt. De kinderen vertonen loyaliteitsproblemen en hebben moeite om hun wensen kenbaar te maken. De moeder heeft verklaard zich onveilig te voelen ten opzichte van de vader, die in het verleden huiselijk geweld heeft gepleegd. De vader heeft aangegeven dat de ondertoezichtstelling de situatie niet heeft verbeterd en dat hij zijn oude omgangsregeling terug wil. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de kinderen nog steeds ernstig wordt bedreigd en dat hulpverlening noodzakelijk blijft. Daarom is de ondertoezichtstelling verlengd tot 5 december 2021, en is er een bijzondere curator benoemd om de belangen van de kinderen te behartigen. De bijzondere curator moet de ontwikkeling van de kinderen volgen en rapporteren aan de kinderrechter. De ouders zijn aangespoord om met behulp van hulpverlening te blijven werken aan hun communicatie en omgangsafspraken.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/616941 / JE RK 21-992
datum uitspraak: 25 mei 2021

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en benoeming bijzondere curator

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind 1] , geboren op [geboortedatum kind 1] 2012 te [geboorteplaats kind 1] ,

hierna te noemen [naam kind 1] ,
[naam kind 2], geboren op [geboortedatum kind 2] 2013 te [geboorteplaats kind 2] ,
hierna te noemen [naam kind 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader], hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de verzoeken met bijlagen van de GI van 16 april 2021, ingekomen bij de griffie op 16 april 2021.
Op 25 mei 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten [naam 1] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind 1] en [naam kind 2] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 14 mei 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] verlengd tot 5 juni 2021.

De verzoeken en het standpunt van de GI

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] te verlengen voor de duur van één jaar. De GI heeft ter zitting de verzoeken gehandhaafd en mondeling aangevuld in die zin dat verzocht wordt om een bijzondere curator voor [naam kind 1] en [naam kind 2] te benoemen. Deze verzoeken zijn als volgt nader toegelicht.
Er is sprake van complexe echtscheidingsproblematiek. De samenwerking en de communicatie tussen de ouders verloopt al vier jaar moeizaam. De ouders zijn niet in staat om concrete afspraken in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] te maken.
[naam kind 1] en [naam kind 2] laten loyaliteitsproblemen zien. Zij zitten klem tussen de ouders. Zij praten de ouders naar de mond als zij bij een van de ouders zijn.
[naam kind 1] en [naam kind 2] hebben moeite om hun wensen tegenover de jeugdbeschermer kenbaar te maken. [naam kind 2] heeft wel aangegeven dat zij er moeite mee heeft om tijdens de schoolvakantie drie weken achter elkaar bij de vader te zijn.
Het is momenteel niet in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] om overeenkomstig de wens van de vader de omgang tussen hen uit te breiden. Het is belangrijk om de evaluatiemomenten en het advies van het traject Kinderen uit de knel af te wachten. Op basis hiervan kan worden besloten of de omgang wordt uitgebreid of dat parallel ouderschap moet worden ingezet, zodat er minimaal contact zal zijn tussen de ouders.
De benoeming van een bijzondere curator voor [naam kind 1] en [naam kind 2] is voor hen passend zodat hun stem door middel van een neutraal persoon duidelijk naar voren zal komen.

Het standpunt van belanghebbenden

De moeder heeft het volgende ter zitting verklaard.
Zij is het eens met de verzoeken van de GI. De moeder voelt zich onveilig ten opzichte van de vader. Er is bij [naam kind 1] en [naam kind 2] sprake van trauma en een loyaliteitsconflict. Zo heeft [naam kind 2] nog steeds last van het huiselijk geweld, waarvan zij getuige is geweest. De politie is toen met een politiehond aan de deur geweest. Zij praat nog veel over dit incident en beeldt het in haar spel met poppen uit.
[naam kind 1] en [naam kind 2] hebben moeite om zich te uiten tegenover de jeugdbeschermer.
De vader heeft ter zitting - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
In de afgelopen vier jaren heeft de ondertoezichtstelling de situatie niet verbeterd. De GI heeft uitsluitend geprobeerd om [naam kind 1] en [naam kind 2] zoveel mogelijk bij hun vader weg te houden. Vanwege het falende beleid van de GI is het traject Kinderen uit de knel nu pas gestart. De GI heeft volledig partij voor de moeder gekozen. Er is alleen maar gewerkt aan het scheiden van [naam kind 1] en [naam kind 2] van hun vader. De moeder wil niet communiceren met de vader, terwijl hij alles heeft geprobeerd. Dat de vader de moeder in het bijzijn van [naam kind 1] en [naam kind 2] een klap in het gezicht heeft gegeven, is een gebeurtenis die drie jaar geleden heeft plaatsgevonden. De vader wenst zijn oude omgangsregeling terug te krijgen, waarbij hij vijftig procent van de tijd omgang met [naam kind 1] en [naam kind 2] heeft.
[naam kind 1] en [naam kind 2] zijn jeugdzorgmoe. Zij willen niet meer praten met de jeugdbeschermer. Indien een bijzondere curator wordt benoemd, worden [naam kind 1] en [naam kind 2] nog meer belast met gesprekken. Het is van belang om hen met rust te laten.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind 1] en [naam kind 2] nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd.
Er is sprake van complexe echtscheidingsproblematiek tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders is onvoldoende verbeterd en er is strijd over elkaars opvoedstijl. De moeder ervaart nog steeds gevoelens van onveiligheid bij de vader. Zij heeft hiervoor inmiddels professionele hulp gezocht. Vader lijkt de impact van het huiselijk geweld op de kinderen, waarbij de politie met een politiehond naar de woning is gekomen, beperkt in te schatten. Op zitting stapt hij hier gemakkelijk overheen. Gelet hierop lukt het de ouders nog niet om [naam kind 1] en [naam kind 2] op een onbelaste wijze met hun beide ouders omgang te laten hebben. Hierdoor zitten de kinderen in een loyaliteitsconflict. Daarbij vertoont [naam kind 1] teruggetrokken gedrag en "overschreeuwt" [naam kind 2] zichzelf.
De ingezette hulpverlening heeft onvoldoende effect gehad. Vanwege de onmacht van de ouders om met elkaar te communiceren, is het niet gelukt om gezinsondersteuning vanuit Enver in te zetten. Op 6 januari 2021 is het traject Kinderen uit de knel gestart. Ook in het kader van dit traject verloopt de communicatie tussen de ouders niet goed. Zo hebben de ouders hun eigen visie over het verloop van de overdracht van [naam kind 1] en [naam kind 2] en diskwalificeren zij elkaar als opvoeder.
Recent is afgesproken dat vader de kinderen om de week op vrijdag uit school haalt en op maandag naar school brengt. Op woensdagmiddag haalt de vader de kinderen op uit school. Moeder haalt later die middag de kinderen op samen met een vriend. Hierdoor is er wel meer rust ontstaan rond de omgang. Dit is een positieve ontwikkeling.
Nu de ouders nog niet zelfstandig in staat zijn om de bedreigde ontwikkeling van [naam kind 1] en [naam kind 2] af te wenden, blijft hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk.
Uit voorgaande volgt dan ook dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarom zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] verlengen.
Wel ziet de kinderrechter aanleiding om de duur van de verlenging van de ondertoezichtstelling te beperken tot zes maanden en de beslissing op het verzoek voor het overige aan te houden tot de hierna vermelde zittingsdatum.
Benoeming bijzondere curator
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is onvoldoende duidelijk geworden hoe het met [naam kind 1] en [naam kind 2] gaat. Uit de mondelinge toelichting van de jeugdbeschermer en de verklaring van de moeder is gebleken dat [naam kind 1] en [naam kind 2] moeite hebben door het loyaliteitsconflict om hun stem te laten horen en hun wensen kenbaar te maken. Zo zijn zij in gesprekken met de jeugdbeschermer terughoudend en lijken zij sociaal wenselijke antwoorden te geven, nu de jeugdbeschermer ook onvoldoende neutraal in hun ogen lijkt te zijn.
Gelet op al het vorenstaande acht de kinderrechter het op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek noodzakelijk dat een bijzondere curator voor [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt benoemd, nu de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen mogelijk in strijd zijn met die van [naam kind 1] en [naam kind 2] . Teneinde de voortdurende strijd en de verstoorde communicatie tussen de ouders in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] te doorbreken en om verdere schade in hun ontwikkeling te voorkomen dienen hun belangen zowel in als buiten rechte te worden vertegenwoordigd voor de duur van de ondertoezichtstelling. Het verzoek van de GI zal dan ook worden toegewezen.
De kinderrechter zal een bijzondere curator benoemen met als opdracht:
- [naam kind 1] en [naam kind 2] in en buiten rechte te vertegenwoordigen en;
- door middel van gesprekken en onderzoek de volgende vragen te beantwoorden:
 Hoe verloopt de ontwikkeling van [naam kind 1] ?
 Hoe verloopt de ontwikkeling van [naam kind 2] ?
 Hoe ervaart [naam kind 1] de huidige echtscheidingsproblematiek tussen ouders?
 Hoe ervaart [naam kind 2] de huidige echtscheidingsproblematiek tussen ouders?
 Hoe ervaart [naam kind 1] de situatie bij en de omgang met de moeder?
 Hoe ervaart [naam kind 2] de situatie bij en de omgang met de moeder?
 Hoe ervaart [naam kind 1] de situatie bij en de omgang met de vader?
 Hoe ervaart [naam kind 2] de situatie bij en de omgang met de vader?
 Zijn er indicaties voor trauma bij en/of een noodzaak voor hulpverlening voor [naam kind 1] en zo ja, welke hulpverlening zou in dat geval passend zijn?
 Zijn er indicaties voor trauma bij en/of een noodzaak voor hulpverlening voor [naam kind 2] en zo ja, welke hulpverlening zou in dat geval passend zijn? En;
- al het nodige te doen wat in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] is, daaronder begrepen op eigen initiatief een gesprek met een derde voeren als dat noodzakelijk wordt geoordeeld.
[naam 2] , gedragsdeskundige te [adres] , heeft zich bereid verklaard deze benoeming te zullen aanvaarden.
Om de bijzondere curator de benodigde informatie te verschaffen zullen de stukken waarover de kinderrechter beschikt door de rechtbank in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] in handen worden gesteld van de bijzondere curator.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om over vier maanden een schriftelijk verslag over haar onderzoek aan de kinderrechter te doen toekomen, met afschrift aan de GI en de belanghebbenden.
De benoeming tot bijzondere curator geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Omgang
De kinderrechter acht het de komende periode ook in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] dat de ouders met behulp van het traject Kinderen uit de knel blijven werken aan hun onderlinge communicatie zodat zij concrete afspraken met elkaar kunnen maken over de wijze waarop de omgang en de overdracht in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] het beste kan plaatsvinden, zodat zij de ouders op een onbelaste wijze kunnen blijven zien.
De wens van vader om terug te gaan naar het oude omgangsniveau, waarbij hij de kinderen de helft van de tijd ziet, is begrijpelijk. Ten overvloede merkt de kinderrechter op dat de vraag of er meer omgang kan plaatsvinden tussen vader en de kinderen de komende periode niet afhankelijk is van het werk van de bijzondere curator, maar van de evaluaties van Kinderen uit de Knel in samenspraak met de jeugdbeschermer. Hiervoor hoeft het verslag van de bijzondere curator niet te worden afgewacht.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] tot 5 december 2021;
benoemt tot bijzondere curator teneinde [naam kind 1] en [naam kind 2] te vertegenwoordigen:
[naam 2] , kantoorhoudende te [adres] ;
bepaalt dat deze benoeming geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot
5 december 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de behandeling van het overig verzochte aan.

En alvorens verder te beslissen:

Bepaalt dat het verhoor van de GI en de belanghebbenden in deze zaak zal plaatsvinden op
26 november 2021 te 13:30 uurin het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125.
De zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. T. van den Akker, kinderrechter.
Bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI en de belanghebbenden.
Verzoekt de bijzondere curator uiterlijk binnen vier maanden na deze uitspraak de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, met afschrift aan de GI en de belanghebbenden.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2021 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.