Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 mei 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan aanpassingen op het gebied van het klimaat in de stal, het strooisel, de voersamenstelling en/of de watervoorziening. Het nemen van deze maatregelen is een verplichting die automatisch op u rust op grond van artikel 2.53 lid 1 van het Besluit houders van dieren.[…]
Als een toezichthoudend dierenarts van de NVWA binnen een jaar na dagtekening van deze brief weer vast stelt dat er onacceptabele dierenwelzijnsafwijkingen zijn bij een koppel vleeskuikens afkomstig van dezelfde locatie en stal, wordt aan u een bestuurlijke boete opgelegd. Dit wijst er immers op dat u geen passende maatregelen heeft genomen ter verbetering van het dierenwelzijn in deze stal.”
Ik, dierenarts werkzaam bij de NVWA, zag en stelde bij deze post mortem keuring vast dat de vleeskuikens van bovenstaand koppel grote fysieke afwijkingen vertoonden. Deze afwijkingen wijzen op slechte dierenwelzijnsomstandigheden op het bedrijf van oorsprong. Het zijn afwijkingen die niet in een paar dagen ontstaan, maar die zijn ontstaan gedurende een langere periode in de stal waar de vleeskuikens zijn gehouden. Deze fysieke afwijkingen hebben het welzijn van de vleeskuikens geschaad.
Bij de 100 door mij geïnspecteerde pootjes van dit koppel vleeskuikens is door mij een voetzoollaesiesscore van >150 punten vastgesteld.” In de tabel staat als geconstateerde voetzoollaesiescore: 188,5.
De houder is door een eerder gestuurde schriftelijke waarschuwing d.d. 11 september 2017 (bijgevoegd) gewezen op het feit dat passende maatregelen genomen moeten worden. Dit om de omstandigheden in de stal 1 aan te passen zodat het welzijn van de vleeskuikens wordt verbeterd. Deze waarschuwing is opgesteld aan de hand van de resultaten van de destijds uitgevoerde post mortem (PM) keuring bij een koppel vleeskuikens uit de betreffende stal. De resultaten van deze PM keuring wijzen op slechte dierenwelzijnsomstandigheden in deze stal. De resultaten van de PM keuring van het huidige koppel wijzen wederom op slechte dierenwelzijnsomstandigheden in deze stal. Hieruit volgt dat de houder geen passende maatregelen heeft genomen. Dit zoals gesteld in artikel 2.53 lid 1 van het Besluit houders van dieren gelet op artikel 2.2 van de Wet dieren. De verzorging die de houder nu geeft en/of de omstandigheden in de stal zijn onvoldoende.”
”