Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De beschuldiging in de tenlastelegging
- de ontblote billen van die [naam slachtoffer] betast en/of over de ontblote billen van die [naam slachtoffer] heeft gewreven en/of
- zijn, verdachtes, vinger(s) in haar bilspleet heeft gestopt,
- (dicht) naast die [naam slachtoffer] in het bubbelbad gaan zitten en/of
- onverhoeds, terwijl de bubbels van het bubbelbad aan stonden, verrichten van voornoemde ontuchtige handeling(en).
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 80 dagen met aftrek van voorarrest.
2..De ontvankelijkheid van de officier van justitie
anderhalf jaar na het incident, op 18 augustus 2018, een kleine twee weken voorafgaand aan de eerste zitting bij de rechtbank, nader verhoord. Dat is gebeurd op initiatief van verbalisant [naam agent] , die eerder het verhoor met de aangeefster en het verhoor met de getuige [naam getuige] had gedaan. Tijdens die nadere verhoren is een foto van de verdachte in het [naam complex] getoond. Verder is gesproken over het tijdstip van de aanranding. In het proces-verbaal dat van dit verhoor is opgemaakt is - voor zover van belang - als verklaring van de aangeefster het volgende vermeld:
[naam agent] zei dat het tijdstip waar wij het over hadden niet helemaal klopte. In het [naam complex] hangen geen klokken. Ik weet dus ook niet precies hoe laat het was. Ik weet zeker dat het in de avond was. Ik weet niet meer precies hoe laat het moet zijn geweest. In ieder geval in de avond, tussen 21:00 uur en 21:30 uur.’