Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
31 januari 2019 en 16 maart 2021.
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair, 3, en 4 ten laste gelegde onder parketnummer 10/710126-18 en van het onder parketnummer 10/712004-19 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar, met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
)voorhanden gehad.
Het voorhanden hebben van een vuurwapen leidt immers al te vaak tot het gebruik daarvan, met alle gevolgen van dien. Tegen het ongecontroleerde bezit van vuurwapens moet daarom streng worden opgetreden.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat de wapens binnen handbereik in de auto lagen, met de mogelijkheid dat deze wapens in een voorkomend geval zou worden gebruikt.
8 februari 2021, waaruit blijkt dat de verdachte vaker is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.Na de pleegdatum van het onderhavige feit heeft hij wederom nieuwe feiten gepleegd, waarvoor hij in het afgelopen jaar ook is veroordeeld.
7 april 2021 uitspraak. Het tijdsverloop tussen het aanvangsmoment van de ‘
criminal charge’als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het wijzen van vonnis door de rechtbank bedraagt dan ook 2 jaar en 10 maanden. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat, bijzondere omstandigheden daargelaten, de behandeling op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen. Dit betekent dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van 10 maanden, hetgeen de rechtbank laat meewegen bij de uiteindelijke straftoemeting.
8..Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij heeft in het aangepaste voegingsformulier, te kennen gegeven van de verdachte te vorderen:
in totaal € 11.640, -, te vermeerderen met de wettelijke rente.
niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 290 (zegge: tweehonderdnegentig) dagen;
in of omstreeks de periode van 9 februari 2018 tot en met 11 april2018 te Hellevoetsluis en/of Hoofddorp, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(een) wapen(s) als bedoeld in art. 2 lid 1˚ Categorie III onder 1˚ van de Wet wapens en munitie, te weten
voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist/en) dat dat/die voorwerp/en) onmiddellijk of middellijk
- afkomstig waren/was uit enig(e) misdrijven/misdrijf
en/of
van dat/die voorwerp/en) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat voorwerp(en) waren/was, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig(e) misdrijven/misdrijf.