Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 23 december 2019;
- het verweerschrift tevens zelfstandige verzoeken met bijlagen, ingekomen op
- de brief met bijlagen van de zijde van de man van 23 oktober 2020
- de brieven met bijlagen van de zijde van de vrouw van 26 oktober 2020 en
- de vrouw met haar advocaat;
- de man met zijn advocaat en
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] .
2..De vaststaande feiten
- [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2003 te [geboorteplaats] ,
- [naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum minderjarige 3] 2006 te [geboorteplaats] ,
- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2007 te [geboorteplaats] .
3..De beoordeling
- de echtelijke woning;
- de inboedelgoederen;
- het saldo op de bankrekening bij de ABN AMRO Bank op naam van partijen met nummer [bankrekeningnummer 1] ;
- het saldo op de bankrekening bij de ABN AMRO Bank op naam van partijen met nummer [bankrekeningnummer 2] ;
- het saldo op de bankrekening bij Handelsbanken op naam van partijen met nummer [bankrekeningnummer 3] .
- lening bij [naam vennootschap] ter hoogte van € 85.000,-
- lening 1 bij [naam bedrijf man] ter hoogte van € 15.000,-
- lening 2 bij [naam bedrijf man] ter hoogte van € 39.832,-.
€ 360,- +
- Het op de Participatiewet gebaseerde normbedrag, inclusief vakantiegeld, voor een alleenstaande van € 1.075,-.
- De kosten verbonden aan de eigen woning van € 2.059,-, bestaande uit de rentebetalingen in verband met de hypotheek bij Handelsbanken gevestigd op de voormalige echtelijke woning van € 630,- en de aflossing van € 1.334,- en de overige eigenaarslasten, die worden gesteld op € 95,-. De netto door de man voor de vrouw betaalde hypotheekrente van € 630,- brengt de rechtbank in mindering op zijn uiteindelijke draagkracht, voor zover die aanwezig is.
- De woonlasten van € 2.000,-, bestaande uit de huur verminderd met de gemiddelde basishuur van € 235,-.
- De ziektekosten van € 246,-, bestaande uit de premie voor zorgverzekering van € 248,-, verminderd met het al in de bijstandsnorm begrepen deel van een de ziektekosten van € 34,- en vermeerderd met het eigen risico dat aan deze verzekering is verbonden van € 32,- per maand;
- De rente van € 83,- van de lening van [naam familiebedrijf] . (4% op jaarbasis). Het voldoen van de vordering van de man door de vrouw ter zake deze lening als omschreven onder 3.33.4. is een omstandigheid gelegen in de toekomst en de rechtbank houdt daar bij het bepalen van de draagkracht geen rekening mee. Na voldoening kunnen partijen een nieuwe berekening maken waarbij de rente met de helft verminderd wordt.
4..De beslissing
- echtelijke woning, als overwogen in rechtsoverweging 3.22.;
- inboedelgoederen, als overwogen in rechtsoverweging 3.23.;
- bankrekeningen bij de ABN AMRO Bank met nummers [bankrekeningnummer 1] en [bankrekeningnummer 2] , en de bankrekening bij Handelsbanken met nummer [bankrekeningnummer 3] , als overwogen in rechtsoverweging 3.24.;