Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 april 2021 in de zaken tussen
[naam eiseres], te [woonplaats ieseres], eiseres,
de heffingsambtenaar van de Regionale Belasting Groep, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
enhet bestuursorgaan van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling heeft ontvangen. De ingebrekestelling is door verweerder op 1 april 2019 ontvangen. Anders dan eiseres stelt, is de dwangsom daarom niet vanaf 10 april 2019 verschuldigd, maar vanaf 16 april 2019.
Beslissing
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk, voor zover het ziet op de aanslag 2019;
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk, voor zover het ziet op het niet tijdig beslissen op bezwaar;
- verklaart het beroep ongegrond, voor zover het ziet op het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 48,- vergoedt.