Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair impliciet primair (poging doodslag) ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 primair impliciet subsidiair (poging tot zware mishandeling) en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 150 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 47 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
- Meldplicht bij reclassering
- Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
- Drugsverbod
- Andere voorwaarden het gedrag betreffende ten aanzien van een zinvolle dagbesteding en het melden aan zijn toezichthouder als het niet goed met hem gaat.
8..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 150 (honderdvijftig) dagen;
46 (zesenveertig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 600,- (zegge: zeshonderd euro), bestaande uit € 600,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam agent 2] te betalen
€ 600,-(hoofdsom,
zegge: zeshonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 600,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
12 (twaalf) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 300,- (zegge: driehonderd euro), bestaande uit € 300 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam agent 1] te betalen
€ 300,-(hoofdsom,
zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 300,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 (zes) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
primair