Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het (verdere) verloop van de procedure
2..De verdere beoordeling van de vordering
1 augustus 2017 niet zou werken, heeft zij in de daaropvolgende periode van bijna twee jaar geen aanleiding gezien een schriftelijke melding van een gebrek aan de airconditioning te doen. Indien er - zoals door [persoon B] is gesteld - ten aanzien van de airconditioning sprake was van gebrek dat dermate ernstig is dat dit een aantasting van het huurgenot opleverde en een huurprijsvermindering rechtvaardigde, had van [persoon B] verwacht mogen worden dat zij hierover direct bij [persoon A] had geklaagd en niet eerst na verloop van een periode van bijna twee jaar. Ook ter zitting heeft [persoon B] hiervoor geen plausibele verklaring gegeven.
“Which I never had parking, air conditioning nor tv”. Met [persoon A] is de kantonrechter het eens dat dit bericht onvoldoende concreet is, in die zin dat [persoon B] niet aangeeft wat er aan de airconditioning schort. Van een huurder mag worden verwacht dat zij duidelijk en concreet bij de verhuurder meldt van welk gebrek sprake is en dat zij herstel daarvan verlangt. Daarvan is niet gebleken. Ook is niet gebleken dat [persoon B] [persoon A] ten aanzien van het herstel van het vermeende gebrek aan de airconditioning op deugdelijke wijze in gebreke heeft gesteld.