ECLI:NL:RBROT:2021:2933
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en exoneratie bij schade op terrein van APM Terminals
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 2 april 2021, gaat het om een vordering van Int. Transportbedrijf Van der Kaa B.V. tegen APM Terminals Rotterdam B.V. Van der Kaa vordert schadevergoeding van € 463,- voor schade aan een gehuurde vrachtwagen, ontstaan tijdens het laden van een container op het terrein van APM Terminals. De chauffeur van Van der Kaa heeft het terrein betreden, waarbij hij instemde met de algemene voorwaarden van APM Terminals, inclusief een exoneratiebeding dat aansprakelijkheid voor schade uitsluit. APM Terminals betwist de vordering en beroept zich op dit exoneratiebeding, dat volgens hen voldoende kenbaar was gemaakt door middel van een bord bij de toegang van het terrein.
De rechtbank oordeelt dat de tekst op het terreinbord duidelijk en zichtbaar was en dat Van der Kaa, als professioneel transportbedrijf, bekend moest worden geacht met de voorwaarden. De rechtbank stelt vast dat de schade die is ontstaan tijdens een routinehandeling, zoals het laden van containers, onder het bereik van het exoneratiebeding valt. Er is geen bewijs dat de SC chauffeur van APM Terminals opzettelijk of met grove schuld heeft gehandeld, noch dat er sprake was van een gevaarlijke situatie die niet tijdig was aangepakt.
De vorderingen van Van der Kaa worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank concludeert dat APM Terminals zich met succes kan beroepen op het exoneratiebeding, waardoor Van der Kaa geen recht heeft op schadevergoeding.