Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
HOLLANDPLANT B.V.,
1..De procedure
- de dagvaarding van 7 april 2020,
- de akte van 6 mei 2020 aan de zijde van [naam eiseres], met producties 1 tot en met 20,
- de conclusie van antwoord, met 13 producties,
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 19 augustus 2020, waarin een mondelinge behandeling is gelast,
- de bij brief van de rechtbank van 1 oktober 2020 aan partijen verstrekte zittingsagenda,
- de aktes van 26 oktober 2020 en 10 november 2020 aan de zijde van [naam eiseres], met producties 21 tot en met 29,
- het proces-verbaal van de op 10 november 2020 gehouden mondelinge behandeling, inclusief de voorafgaand aan de mondelinge behandeling ter beschikking gestelde spreekaantekeningen van [naam eiseres] en Hollandplant,
- het e-mailbericht van 23 november 2020 aan de zijde van [naam eiseres],
- het e-mailbericht van 24 november 2020 aan de zijde van Hollandplant,
- het e-mailbericht van 1 februari 2021 aan de zijde van [naam eiseres], met een reactie op het proces-verbaal,
- de brieven van 2 februari en 3 februari 2021 aan de zijde van Hollandplant, met reacties op het proces-verbaal.
‘Algemene voorwaarden sierteelt en voedingstuinbouw opkweek’van Plantum (hierna: de Plantum-voorwaarden) is, voor zover van belang, de volgende bepaling opgenomen:
3..Het geschil
primair:
- € 6.887,46 aan reeds betaalde koopsom
- € 52.488,81 aan door [naam bedrijf 1] op [naam eiseres] verhaalde schade
- € 8.612,86 aan gederfde marge op 7.622 kg tomaten
- € 50.142,00 aan gederfde omzet door uitblijven van betaling door Zijtwende
- € 12.348,00 aan gederfde omzet door de niet-afname door Zijtwende van 300
- € 726,00 aan kosten vernietiging verontreinigde tomaten
- € 10.523,21 aan onderzoekskosten
- € 611,62 aan kosten gerechtsdeurwaarder
- € 3.705,00 aan kosten deskundige [naam 3]
- € 9.758,21 aan kosten deskundige [naam 2]
- € 8.718,20 aan tomaten die [naam eiseres] heeft moeten weggooien
- € 3.050,00 aan arbeidsuren van medewerkers van [naam eiseres].
4..De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
bewustetoevoeging van CCC en dat die toevoeging (behoudens een volgens Hollandplant minimaal toegestane hoeveelheid) op zichzelf strijdig is met Europese regelgeving. Daar zijn partijen het dus over eens. Hollandplant betwist echter dat zíj de partij is geweest die de CCC heeft toegevoegd aan de tomatenplanten. De vraag of Hollandplant al dan niet verantwoordelijk is voor de bewuste toevoeging van de CCC moet nog worden beoordeeld (zie hiervoor r.o. 4.12. en verder), maar indien in deze procedure mocht worden vastgesteld dat de stelling van [naam eiseres] op dit punt juist is, dan zou dit betekenen dat er aan de zijde van Hollandplant sprake is geweest van een bewuste overtreding van Europese regelgeving. In een dergelijk geval is het naar het oordeel van de rechtbank naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar om een beroep te doen op het in artikel 11 van de Plantum-voorwaarden opgenomen exoneratiebeding. Dit betekent dat, mocht in deze procedure worden geoordeeld dat het Hollandplant is geweest die de CCC aan de tomatenplaten heeft toegevoegd, zij in beginsel aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [naam eiseres] geleden schade.
- het achterwege blijven van een onderzoek naar het bevloeiingswater op de locatie van [naam bedrijf 1] / was het feitelijk mogelijk om (zoals Hollandplant ter zitting heeft gesteld) in de leidingen naar de teeltlocaties van [naam bedrijf 1] op de plaats waar bestrijdingsmiddelen en voedingsstoffen worden toegevoegd, ook CCC toe te voegen?
- welke betekenis kan in dit verband worden toegekend aan de door [naam eiseres] overgelegde testresultaten van Eurofins (productie 28)?
- het achterwege blijven van een onderzoek naar de op de locatie van [naam bedrijf 1] toegepaste bestrijdingsmiddelen,
- de onderbouwing van de conclusie dat [naam bedrijf 1] geen CCC aan de RIVOLO tomaten in zijn serre heeft toegediend (enerzijds leest de rechtbank als argumentatie “
- kan het feit dat de concentratie CCC in de loop van de tijd bij [naam bedrijf 1] is toegenomen volledig verklaard worden door de manier van meten en kan het verder uitgroeien van de plantjes volledig door een herverdeling van het CCC in de plantjes worden verklaard?
- hoe kan het dat de CCC-concentratie in de wortels in de matten bij [naam bedrijf 1] beduidend hoger ligt dan de concentratie CCC die zou zijn aangetroffen in wortels van tomatenplanten in de ‘potten’ (conclusie van antwoord Hollandplant 4.31)?
- is de conclusie dat het CCC reeds in de planten aanwezig was op het moment dat Hollandplant deze planten geleverd heeft aan [naam bedrijf 1] volledig gebaseerd op de eerdere conclusie dat het bedrijf [naam bedrijf 1] geen CCC aan de RIVOLO tomaten in
bij gevolg”, bladzijde 42 van het rapport)
5..De beslissing
14 april 2021voor het overleggen van verhinderdata van zowel partijen als van deskundige [naam 2] zoals hiervoor overwogen in 4.15. tot en met 4.17.,