ECLI:NL:RBROT:2021:2720

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
29 maart 2021
Zaaknummer
C/10/584221 / HA ZA 19-960 (eindvonnis)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de afwikkeling van samenwoning met vorderingen tot betaling en afgifte van goederen

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, is er een geschil ontstaan tussen twee ex-partners over de afwikkeling van hun samenwoning. De eiseres in conventie, [naam persoon A], heeft vorderingen ingesteld tot betaling van verhuis- en herinrichtingsvergoeding, alsook tot afgifte van diverse goederen waaronder katten, kleding, sieraden en een auto. De gedaagde in conventie, [naam persoon B], heeft in reconventie vorderingen ingesteld tot betaling van geldbedragen en de afgifte van een horloge dat door [naam persoon A] zou zijn afgenomen.

De rechtbank heeft op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in deze zaak. In conventie zijn de vorderingen van [naam persoon A] grotendeels toegewezen, met uitzondering van de vordering met betrekking tot de Mercedes, die is afgewezen. De rechtbank heeft bepaald dat [naam persoon B] binnen een week na betekening van het vonnis een bedrag van € 10.000,-- aan [naam persoon A] moet betalen voor de verhuis- en herinrichtingsvergoeding, en dat hij ook de katten en andere persoonlijke eigendommen moet afgeven. Indien hij hier niet aan voldoet, kan hij dwangsommen verbeuren.

In reconventie heeft de rechtbank de vordering van [naam persoon B] tot betaling van € 571.758,-- afgewezen en heeft [naam persoon A] de verplichting opgelegd om het horloge van het merk IWC aan [naam persoon B] af te geven. Ook hier zijn dwangsommen opgelegd voor het geval van niet-naleving. De rechtbank heeft uiteindelijk bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt, gezien de omstandigheden dat zij ex-partners zijn.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team haven en handel
Zaaknummer/rolnummer: C/10/584221 / HA ZA 19-960
Vonnis van 24 februari 2021 (bij vervroeging)
in de zaak van:
[naam persoon A],
wonende te [woonplaats A] , gemeente [gemeente A] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. J. de Jong,
tegen:
[naam persoon B],
wonende te [woonplaats B] , gemeente [gemeente B] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat: mr. K. Beumer.
Partijen worden hierna [naam persoon A] en [naam persoon B] genoemd.

1..De procedure

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 december 2020 (hierna: het tussenvonnis);
- B-formulier van de zijde van [naam persoon A] van 4 januari 2021;
- B-formulier van de zijde van [naam persoon B] van 13 januari 2021;
- B-formulier van de zijde van [naam persoon A] van 18 januari 2021.
1.2
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling

In conventie

2.1
De vorderingen met betrekking tot de verhuis- en herinrichtingsvergoeding, het toebehoren van de katten, de kleding, de tassen en de schoenen, de sieraden en de foto’s en de persoonlijke eigendommen zullen worden toegewezen op de wijze zoals vermeld in het tussenvonnis.
2.2
De vordering met betrekking tot de Mercedes zal, overeenkomstig het tussenvonnis, worden afgewezen.
In reconventie
2.3
Overeenkomstig het tussenvonnis zal de vordering met betrekking tot het bedrag van € 571.758,-- worden afgewezen.
2.4
In het tussenvonnis is [naam persoon A] toegelaten tegenbewijs te leveren tegen de stelling van [naam persoon B] dat [naam persoon A] van [naam persoon B] het horloge van het merk IWC met artikelnummer [artikelnummer] heeft afgenomen.
2.5
[naam persoon A] heeft de rechtbank in het B-formulier van 4 januari 2021 laten weten dat zij, anders dan zij eerder heeft verklaard, het genoemde horloge van [naam persoon B] heeft afgenomen en in haar bezit heeft.
2.6
De vordering tot afgifte van het horloge zal daarom worden toegewezen. De rechtbank zal een dwangsom opleggen van € 500,-- per dag, met een maximum van € 15.000,--.
In conventie en in reconventie
2.7
In de omstandigheid dat partijen ex-partners zijn ziet de rechtbank aanleiding te bepalen dat de proceskosten worden gecompenseerd, in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3..De beslissing

De rechtbank
In conventie
3.1
veroordeelt [naam persoon B] om, binnen één week na de betekening van dit vonnis, aan [naam persoon A] te betalen een bedrag van € 10.000,-- in verband met de verhuis- en herinrichtingsvergoeding;
3.2
veroordeelt [naam persoon B] het onder 4.4 van het tussenvonnis vermelde toebehoren van de katten (de stamboompapieren, de inentingsboeken en de krabpalen) binnen één week na de betekening van dit vonnis af te geven aan [naam persoon A] ;
3.3
bepaalt dat [naam persoon B] , indien hij niet tijdig aan de veroordeling onder 3.2 voldoet, een dwangsom verbeurt van € 100,-- per dag, met een maximum van € 1.000,--;
3.4
veroordeelt [naam persoon B] om, binnen één week na de betekening van dit vonnis, aan [naam persoon A] te betalen een bedrag van € 20.000,-- in verband met de kleding, de tassen en de schoenen;
3.5
veroordeelt [naam persoon B] de onder 4.16 van het tussenvonnis vermelde sieraden, waaronder het horloge, binnen één week na de betekening van dit vonnis af te geven aan [naam persoon A] ;
3.6
bepaalt dat [naam persoon B] , indien hij niet tijdig aan de veroordeling onder 3.5 voldoet, een dwangsom verbeurt van € 1.000,-- per dag, met een maximum van € 30.000,--;
3.7
veroordeelt [naam persoon B] de in 4.20 van het tussenvonnis vermelde persoonlijke eigendommen (albums met jeugdfoto’s, een doos met jeugdherinneringen, een doos met een hummelbeeld en magnetronschaaltjes) binnen één week na de betekening van dit vonnis af te geven aan [naam persoon A] ;
3.8
bepaalt dat [naam persoon B] , indien hij niet tijdig aan de veroordeling onder 3.7 voldoet, een dwangsom verbeurt van € 500,-- per dag, met een maximum van € 25.000,--;
In reconventie
3.9
veroordeelt [naam persoon A] het horloge van het merk IWC en artikelnummer [artikelnummer] binnen één week na de betekening van dit vonnis af te geven aan [naam persoon B] ;
3.1
bepaalt dat [naam persoon A] , indien zij niet tijdig aan de veroordeling onder 3.9 voldoet, een dwangsom verbeurt van € 500,-- per dag, met een maximum van € 15.000,--;
In conventie en in reconventie
3.11
wijst het meer of anders gevorderde af;
3.12
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.13
verklaart dit vonnis ten aanzien van de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Veling en uitgesproken ter openbare terechtzitting door mr. C. van Steenderen-Koornneef.
3316