Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking uithuisplaatsing
[naam kind 1],
[naam moeder],
[naam vader],
Het procesverloop
De feiten
Het aangehouden verzoek
De standpunten
De beoordeling
De beslissing
Den Haag.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 maart 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De ouders van de kinderen, hierna te noemen de moeder en de vader, zijn belast met persoonlijke problematiek en er zijn al langere tijd zorgen over de opvoedingssituatie. De kinderen verblijven momenteel in crisispleeggezinnen na een spoedmachtiging die eerder is verleend. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van de ondertoezichtstelling, die is verlengd tot 7 mei 2021.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er veel spanningen en ruzies zijn tussen de ouders, wat heeft geleid tot een onveilige situatie voor de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders zich niet aan het veiligheidsplan hebben gehouden en dat de kinderen in een stressvolle omgeving zijn opgegroeid. De vader heeft verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing en verzocht om de kinderen bij hem te plaatsen, terwijl de moeder ook verweer heeft gevoerd en heeft aangegeven dat zij de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen wil dragen.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.