ECLI:NL:RBROT:2021:1830
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in civielrechtelijke procedure wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid
Op 4 maart 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een civielrechtelijke procedure. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. I.K. Rapmund, rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van de wrakingskamer van 24 februari 2021, waarin was bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in dezelfde procedure niet in behandeling zou worden genomen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek op grond van artikel 9.1, tweede volzin en onder f, van het Wrakingsprotocol rechtbank Rotterdam wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid werd afgewezen zonder behandeling ter zitting. De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de procedure met kenmerk 8333783 CV EXPL 20-5731, waarin het wrakingsverzoek was ingediend, al eerder was behandeld en dat de verzoeker niet opnieuw een wrakingsverzoek kon indienen. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter in aanwezigheid van de griffier.