Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: de ISD-maatregel) voor de duur van 2 jaar;
- afwijzing van de vorderingen tenuitvoerlegging van de/het voorwaardelijk opgelegde straf(deel) in de zaken met de parketnummers 96/236759-19 en 10/136304-20.
4..Waardering van het bewijs
2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
hij op 15 oktober 2020 te Vlaardingen,
hij op 11 mei 2020 te Vlaardingen, meerdere geldbedrag en met een totaal bedrag van € 71,35, die aan een ander toebehoorden, te weten aan [naam persoon] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
door meerdere malen, bij benzinestations contactloos te betalen met een bankpas op naam van voornoemde [naam persoon] , terwijl hij, verdachte, niet bevoegd of gerechtigd was om van voornoemde bankpas gebruik te maken.
5..Strafbaarheid feiten
diefstal;
verduistering;
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
Aangezien de reclassering geen mogelijkheden meer ziet om de verdachte te begeleiden binnen een voorwaardelijk kader, adviseert zij een meer stringenter kader in de vorm van een ISD-maatregel. Zij acht dit nodig om onder meer de verslavingsproblematiek bij de verdachte te doorbreken en meer stabiliteit te bereiken op de overige leefgebieden van de verdachte.
8..Vorderingen tenuitvoerlegging
96-236765-19heeft de politierechter in deze rechtbank de verdachte ter zake van overtreding van de Wegenverkeerswet veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd is ingegaan op 11 maart 2020 en was ten tijde van het indienen van de vordering van de officier van justitie niet geëindigd.
10/136304-20van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van schuldheling, diefstal en mishandeling veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken, met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd is ingegaan op 17 augustus 2020 en was ten tijde van het indienen van de vordering van de officier van justitie niet geëindigd.
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden;
tenuitvoerleggingvan:
hij op of omstreeks 15 oktober 2020 te Vlaardingen, meerdere, althans een, levensmiddel (en), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Albert Heijn, in/uit een (winkel)pand gelegen op/aan het [adres delict] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2 subsidiair
hij op of omstreeks 11 mei 2020te Vlaardingen, meerdere, althans een, geldbedrag (en) met een totaal bedrag van € 71,35, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam persoon] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
door meerdere malen, althans eenmaal, bij (een) benzinestation (s) (contactloos) te betalen met een bankpas op naam van voornoemde [naam persoon] , terwijl hij, verdachte, niet bevoegd of gerechtigd was om van voornoemde bankpas gebruik te maken.