Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het vonnis in incident van 28 augustus 2019 en de daarin genoemde processtukken,
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak, van de man,
- de weigering van de rechtbank om kennis te nemen van de conclusie van antwoord in reconventie (omdat er geen vordering in reconventie was ingesteld),
- de akte (brief) met producties, tevens akte eiswijziging, van de vrouw,
- de conclusie van repliek, van de vrouw,
- de conclusie van dupliek, van de man,
- de overgelegde producties,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 28 januari 2021, de spreekaantekeningen van de advocaten met een eiswijziging van de vrouw
2..De feiten
Pensioen
3..De vorderingen
4..De beoordeling
vereveningwant de man, en niet het pensioenfonds, betaalt de vrouw haar aandeel) ten aanzien van één pensioen van de man. De vrouw heeft ontdekt dat de man nog een tweede pensioen heeft bij de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij. De vrouw stelt dat ook het tweede pensioen verrekend moet worden. De man betwist dat.
uitdrukkelijkmoet zijn overeengekomen om het pensioen niet te verrekenen.
f47.000,- bij Vola Financieringen af te lossen. Hij kreeg door middel van een belastingconstructie die AOW-premie terugbetaald en daarom wordt hij nu gekort op zijn AOW, ondanks dat hij de AOW premie vrijwillig heeft betaald, aldus de man. Dit argument wordt gepasseerd omdat het in strijd is met genoemde productie VII van de man zelf.
€ 44.471,56 bedroeg (de rechtbank begrijpt dat bedoeld is
ƒ 14.471,56
)en per 1 februari 1998 nihil.