ECLI:NL:RBROT:2021:1548

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 januari 2021
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
8834915 CV EXPL 20-37984
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake tussentijdse opzegging van een overeenkomst voor aansluiting op glasvezelnetwerk

In deze zaak, die voorligt bij de Rechtbank Rotterdam, is er een geschil tussen de besloten vennootschappen Fore Freedom B.V. en HS Crew B.V. over de tussentijdse opzegging van een overeenkomst die op 14 maart 2018 is gesloten. De overeenkomst betrof de aansluiting van HS Crew op het glasvezelnetwerk van Fore Freedom voor een periode van 36 maanden. HS Crew heeft de overeenkomst opgezegd per 1 oktober 2019, wat door Fore Freedom niet werd geaccepteerd. Fore Freedom vordert betaling van openstaande bedragen en stelt dat de overeenkomst pas eindigt op 13 maart 2021, terwijl HS Crew aanvoert dat de opzegging geldig was vanwege een verhuizing.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst gekwalificeerd moet worden als een overeenkomst van opdracht volgens artikel 7:400 BW. HS Crew kan de overeenkomst opzeggen, tenzij er afwijkende afspraken zijn gemaakt. De rechter zal de zaak verder beoordelen aan de hand van de Haviltex-maatstaf, waarbij gekeken wordt naar de redelijke verwachtingen van beide partijen. De kantonrechter heeft besloten dat er een mondelinge behandeling zal plaatsvinden om de standpunten van beide partijen te horen en om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een schikking. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 15 februari 2021, waar partijen hun verhinderdagen kunnen opgeven.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8834915 CV EXPL 20-37984
uitspraak: 29 januari 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Fore Freedom B.V.,
gevestigd te Rhoon,
eiseres,
gemachtigde: [naam 1] ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HS Crew B.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam 2] .
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Fore Freedom’ en ‘HS Crew’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 16 oktober 2020, met producties;
het schriftelijke verweer van HS Crew;
de conclusie van repliek;
de nadere schriftelijke reactie van HS Crew.
De uitspraak van het vonnis is door de kantonrechter bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1
Partijen hebben een overeenkomst voor bepaalde tijd met elkaar gesloten inzake de aansluiting en het aangesloten houden van een vestiging van HS Crew op het glasvezelnetwerk van Fore Freedom. De overeenkomst is aangegaan voor de duur van 36 maanden en is afgesloten op 14 maart 2018. Tevens zijn partijen overeengekomen dat HS Crew een eenmalige aansluitvergoeding verschuldigd is ten bedrage van € 2.350,-, welk bedrag zij ook heeft voldaan, alsmede een maandelijkse vastrechtvergoeding van eerst € 180,- per maand exclusief btw, welk bedrag na indexatie verhoogd is tot € 188,35 per maand, exclusief btw.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Fore Freedom van toepassing.
2.2
HS Crew heeft de overeenkomst opgezegd per 1 oktober 2019 vanwege de verhuizing van haar vestiging naar Barendrecht. Fore Freedom heeft deze tussentijdse opzegging van de overeenkomst niet geaccepteerd en heeft zich onder meer bij e-mailbericht van 26 juli 2019 op het standpunt gesteld dat de overeenkomst eindigt per 13 maart 2021, gelet op de afgesproken contractperiode van drie jaar te rekenen vanaf 14 maart 2018
2.3
Vanaf oktober 2019 heeft HS Crew de facturen met betrekking tot het maandelijkse vastrecht van Fore Freedom niet meer voldaan.

3..Het geschil

3.1
Fore Freedom vordert dat HS Crew bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
wordt veroordeeld tot betaling van € 3.464,52, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 2.928,31 vanaf 8 oktober 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
wordt veroordeeld tot betaling van € 1.007,18 op 14 maart 2021, bij gebreke daarvan te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dat bedrag vanaf 15 maart 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
wordt veroordeeld in de proceskosten.
3.2
Fore Freedom legt nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst aan haar vordering ten grondslag. De overeenkomst is gesloten voor de duur van 36 maanden waarbij er geen mogelijkheid tot tussentijdse opzegging is afgesproken. De overeenkomst loopt daarom pas af op 13 maart 2021. Tot deze datum is HS Crew verplicht te voldoen aan haar maandelijkse betalingsverplichting uit hoofde van de overeenkomst. Nu HS Crew dat ondanks aanmaning vanaf de maand oktober 2019 niet meer heeft gedaan, is zij daarnaast ook wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3
HS Crew is het niet eens met de vordering van Fore Freedom. Zij voert – kort samengevat – aan dat de overeenkomst is opgezegd per 1 oktober 2019 in verband met de verhuizing van haar vestiging en dat zij vanaf deze datum geen betalingsverplichting meer heeft jegens Fore Freedom.

4..De beoordeling

4.1
Tussen partijen is in geschil of HS Crew de overeenkomst tussentijds mocht opzeggen.
4.2
De overeenkomst dient gekwalificeerd te worden als een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 BW. Daarbij heeft HS Crew als opdrachtgever opdracht gegeven aan Fore Freedom om een aansluiting op een glasvezelnetwerk te verzorgen en in stand te houden. Op grond van artikel 7:408 lid 1 BW kan de opdrachtgever de overeenkomst te allen tijde opzeggen, mits partijen daarover geen afwijkende afspraken hebben gemaakt.
4.3
Wat partijen precies met elkaar zijn overeengekomen moet worden beoordeeld aan de hand van wat zij over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de Haviltex-maatstaf). Partijen zijn de overeenkomst schriftelijk aangegaan. Uit de overeenkomst en de algemene voorwaarden blijkt niet dat partijen afspraken hebben gemaakt over de mogelijkheid tot tussentijdse opzegging van de overeenkomst. Fore Freedom voert aan dat daaruit blijkt dat partijen de bedoeling hadden om een niet-tussentijds opzegbare overeenkomst met elkaar aan te gaan. HS Crew betwist dat dit de bedoeling van partijen is geweest en voert aan dat het in strijd met de redelijkheid en billijkheid is als de overeenkomst niet tussentijds mag worden opgezegd.
4.4
De vraag welke afspraken partijen met elkaar over de mogelijkheid tot opzegging hebben gemaakt, kan niet alleen worden beantwoord op grond van de taalkundige betekenis van de overeenkomst en de algemene voorwaarden. Alle omstandigheden van het geval kunnen hierbij een rol spelen. Meer in het bijzonder acht de kantonrechter van belang dat de opzegging van het contract heeft plaatsgevonden in verband met de verhuizing van de vestiging van HS Crew naar Barendrecht. Niet duidelijk is of die verhuizing te voorzien was op het moment dat partijen in maart 2018 de onderhavige overeenkomst met elkaar afsloten. Evenzeer is onduidelijk of HS Crew nog pogingen in het werk heeft gesteld om de glasvezelaansluiting over te doen aan de nieuwe gebruiker van het onderhavige bedrijfspand, zoals Fore Freedom heeft gesuggereerd in het hiervoor bedoelde e-mailbericht van 26 juli 2019.
Voorts is van belang de vraag of aan de zijde van Fore Freedom besparingen opgetreden zijn, nu zij vanaf oktober 2019 geen diensten meer heeft hoeven te verlenen aan HS Crew, aangezien zij immers geen gebruik meer maakt van de onderhavige glasvezelaansluiting.
4.5
Op deze en andere daarmee verband houdende vragen behoeft de kantonrechter een antwoord en om de zaak met partijen te kunnen bespreken zal een mondelinge behandeling worden bepaald. Tijdens de mondelinge behandeling kunnen partijen hun standpunten toelichten en de hiervoor bedoelde vragen beantwoorden. Tot slot zal ook worden onderzocht of partijen tot een schikking kunnen komen.
4.6
Alle stukken die op de zaak betrekking (kunnen) hebben en die nog niet in het geding zijn gebracht, dienen door de partij die deze ter sprake wil brengen aan de kantonrechter en aan de wederpartij te worden toegezonden. Deze stukken dienen uiterlijk tien dagen vóór de mondelinge behandeling in het bezit te zijn van de kantonrechter en de wederpartij.
4.7
Partijen dienen zelf aan de mondelinge behandeling deel te nemen of te worden vertegenwoordigd door een persoon die op de hoogte is van het geschil. Deze vertegenwoordiger moet schriftelijk gemachtigd zijn, eventueel ook tot het treffen van een minnelijke regeling.
4.8
Gelet op het voorgaande wordt de zaak verwezen naar de rolzitting van 15 februari 2021 teneinde partijen in de gelegenheid te stellen opgave te doen van hun verhinderdata voor de maanden maart en april 2021.
4.9
Iedere verdere beslissing wordt in dit stadium aangehouden.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
bepaalt dat een mondelinge behandeling zal plaatsvinden;
stelt partijen in de gelegenheid om hun verhinderdata voor de maanden maart en april 2021 op te geven;
verwijst de zaak daarvoor naar de rolzitting van
maandag 15 februari 2021;
wijst partijen erop dat de akte in tweevoud ingestuurd moet worden en uiterlijk de werkdag vóór de rolzitting om 12.00 uur door de rechtbank ontvangen moet zijn;
wijst partijen er op dat zij tijdelijk ook een e-mailbericht mogen sturen aan kantondagvaarding.rtm@rechtspraak.nl.;
wijst partijen er tevens op dat de kantonrechter zelfstandig een datum zal bepalen waarop de mondelinge behandeling gehouden zal worden in het geval partijen geen gebruik maken van de geboden mogelijkheid om op genoemde rolzitting hun verhinderdagen op te geven. In dat geval zal een verzoek om uitstel van de mondelinge behandeling niet gehonoreerd worden, tenzij beide partijen gezamenlijk om aanhouding van de zitting verzoeken;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416