Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.[verzoekster 1]
2.[verzoekster 2]
,
3.[verzoekster 3]
1.De procedure
2.De feiten
take-or-payverplichting, op grond waarvan [verzoekster 3] en [verzoekster 1] zijn gehouden warmte af te nemen en daarvoor te betalen, ook als zij die warmte niet kwijt kunnen aan de afzetkant. Wat die afzetkant betreft hebben [verzoeksters] overeenkomsten gesloten met Vattenfall Warmte N.V. (hierna: Vattenfall), Uniper en Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V. (hierna: Eneco) voor het transport en de levering van warmte in Rotterdam en Hoogvliet en met Vattenfall voor het transport en de levering van restwarmte ten behoeve van eindafnemers (klanten van Vattenfall) in Leiden. Voor de uitvoering van deze laatste overeenkomst werd aanvankelijk beoogd dat er een pijpleiding zou worden aangelegd tussen Rotterdam en Leiden (hierna: de Leiding over Oost).
3.De beoordeling
stakeholdersdie bij het akkoordproces betrokken zijn en de oplossingsrichtingen waarin door [verzoeksters] wordt gedacht.
stakeholders. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder acht geslagen op hetgeen de heer Van Hooff opmerkt op p. 11 van zijn offerte.
4.De beslissing
.van Hooff te Amsterdam;