ECLI:NL:RBROT:2021:13381

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 december 2021
Publicatiedatum
8 februari 2022
Zaaknummer
C/10/629351 / JE RK 21-3101
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling na seksueel misbruik door gezaghebbende ouder

Op 10 december 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2], na seksueel misbruik door hun vader. De Raad voor de Kinderbescherming had op 26 november 2021 een verzoek ingediend voor een ondertoezichtstelling van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tijdens de mondelinge behandeling waren de vader, de moeder, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De kinderrechter oordeelde dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig werd bedreigd door de gebeurtenissen, waaronder het seksueel misbruik van [voornaam minderjarige 2] door de vader. De kinderen moesten hun vader plotseling missen, wat hen emotioneel zwaar viel. De moeder, die ook met de gevolgen van het misbruik worstelde, stond open voor hulp en ondersteuning.

De kinderrechter concludeerde dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk was om de veiligheid van de kinderen te waarborgen en hen te ondersteunen in hun ontwikkeling. De kinderrechter stelde de kinderen onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 10 december 2021. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/629351 / JE RK 21-3101
Datum uitspraak: 10 december 2021

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2013 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2018 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, verblijvende in de Penitiaire Inrichting te Middelburg,
advocaat: mr. A.C.M. van Lieshout, te Rotterdam,

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 26 november 2021;
- de raadsrapportage van de Raad van 8 december 2021.
Op 10 december 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de vader, bijgestaan door mr. A.C.M. van Lieshout;
- de moeder;
- [persoon A] namens de Raad;
- [persoon B] namens de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgevoerd door de ouders.
[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij de ouders.
Bij beschikking van 30 september 2021 zijn [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] voorlopig onder toezicht gesteld tot 30 december 2021.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt toegelicht. De invloed van het seksueel misbruik van [voornaam minderjarige 2] door de vader gaat in de toekomst veel van de kinderen en de ouders vragen. De situatie is complex en er zal in de komende periode veel gebeuren. Ondanks dat [voornaam minderjarige 2] op dit moment geen zorgelijke signalen laat zien, zijn er zorgen over haar algehele ontwikkeling in de toekomst. Daarnaast begrijpen de kinderen niet waarom de vader niet meer thuis is. Verder zullen de ouders moeten onderzoeken hoe zij hun relatie in de toekomst gaan vormgeven. Het is van belang dat een jeugdbeschermer gaat mee kijken wat daarin nodig is en dat de veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd. Daarnaast is het van belang om zicht te houden op de ontwikkeling van de kinderen en om de moeder te ondersteunen bij het omgaan met de huidige gebeurtenissen en de invloed hiervan op de kinderen.

De standpunten van de belanghebbenden

De GI heeft zich tijdens de mondelinge behandeling aangesloten bij het verzoek van de Raad. Gezien de emoties en alle ingewikkeldheden waar de moeder mee te maken heeft en krijgt, is het van belang dat de jeugdbeschermer betrokken blijft. Het leven van de moeder en de kinderen is overhoop gehaald. De moeder heeft in de afgelopen periode positieve stappen gezet. Zij staat open voor alle hulp die nodig wordt geacht. Gelet op de complexiteit is het van belang dat de jeugdbeschermer betrokken blijft om zicht te houden op de ontwikkeling van de kinderen, om passende hulpverlening in te zetten en om de moeder te ondersteunen in het proces.
Door en namens de vader is tijdens de mondelinge behandeling geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De vader heeft ontzettend veel spijt van wat er is gebeurd. Hij is zich ook bewust van de ernst van de zaak. De vader houdt van de kinderen en accepteert alle hulp die er nodig is. De vader wil zich bewijzen dat het nooit meer zal gebeuren. Zijn gezin betekent alles voor hem en daar wil hij alles voor doen. Tijdens de komende pro forma behandeling van de strafzaak zal de vader ook geen verzoek om schorsing doen. De vader wil zijn straf nu in een keer uitzitten. Het is de verwachting dat hij één tot twee jaar vast blijft zitten.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling eveneens geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De moeder staat open voor alle hulp die er nodig is. Op dit moment heeft de moeder gesprekken met de praktijkondersteuner van de huisarts en heeft zij elke week contact met slachtofferhulp. Het liefst wil de moeder haar gezin bij elkaar houden, maar de veiligheid van de kinderen staat voorop.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Gebleken is dat de [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. [voornaam minderjarige 2] is in de thuissituatie seksueel misbruikt door de vader. Naar aanleiding hiervan hebben [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt. De vader is in het bijzijn van de kinderen aangehouden en de kinderen moeten hun vader plotseling missen in het gezin. Het is op dit moment voor de kinderen nog onduidelijk waarom hun vader niet meer thuis is. Zowel [voornaam minderjarige 1] als [voornaam minderjarige 2] missen hun vader en met name [voornaam minderjarige 1] heeft hier veel verdriet van. [voornaam minderjarige 1] is gesloten en heeft moeite om met zijn emoties om te gaan. Ondanks dat [voornaam minderjarige 2] op dit moment geen zorgelijke signalen laat zien en vanwege haar leeftijd nog geen besef heeft van wat seksueel misbruik is, zijn er zorgen over de invloed van deze traumatische gebeurtenis op haar algehele ontwikkeling in de toekomst.
De moeder bevindt zich nog in de verwerkingsfase en er zal in de (nabije) toekomst nog veel van haar gevraagd worden. Zij is verdrietig over het leed van haar dochter en is hierover boos richting de vader. Zij is ook verdrietig over het verliezen van haar partner en daarmee het gezin. Daarnaast was de vader kostwinnaar, waardoor er allerlei praktische zaken geregeld moeten worden. Ook zal er op een gegeven moment aan de kinderen moeten worden verteld wat er is gebeurd en dient het contact tussen de vader en de kinderen onderzocht te worden. Daarnaast zal de moeder moeten nadenken of zij de relatie met de vader wil voortzetten en hoe zij deze relatie zal vormgeven. Hierbij is onduidelijk in hoeverre de ouders op dit moment de ernst van het seksueel misbruik en de negatieve gevolgen hiervan kunnen overzien. De kinderrechter begrijpt dat de moeder het verlies van het gezin moeilijk vindt en dat zij ook een wens heeft om terug te keren naar de oude situatie waarin het gezin compleet was. De kinderrechter benadrukt dat die oude situatie iets is uit het verleden. De prioriteit van de moeder moet nu liggen bij de veiligheid van de kinderen.
De kinderrechter vindt de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk. De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 10 december 2021 tot 10 december 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2021 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 24 december 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.