In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 26 november 2021, wordt een beroep behandeld tegen een crisismaatregel die door de burgemeester van de gemeente Albrandswaard is genomen. Verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.H.S. Vogel, heeft op 9 november 2021 beroep ingesteld tegen de op 19 oktober 2021 genomen crisismaatregel. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk is, ondanks dat het verzoek niet door een advocaat is ingediend. Dit is gebaseerd op de uitleg van artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), waaruit blijkt dat een verzoekschrift op grond van deze bepaling kan worden ingediend zonder tussenkomst van een advocaat.
De rechtbank behandelt vervolgens de rechtmatigheid van de crisismaatregel. Verzoeker heeft aangevoerd dat de toestand in zijn woning en de rol van de patiëntvertrouwenspersoon niet zijn meegenomen in de beslissing van de burgemeester. De rechtbank oordeelt echter dat de toestand van de woning en de zorgen van verzoeker over zijn medicatie niet relevant zijn voor de rechtmatigheid van de crisismaatregel. De rechtbank concludeert dat de burgemeester terecht heeft gehandeld en dat de noodzaak tot zorgverlening blijkt uit de medische verklaring. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
De beschikking is gegeven door rechter mr. J. van den Bos, in tegenwoordigheid van griffier mr. J. Smolders. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.