ECLI:NL:RBROT:2021:13181

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
11 januari 2022
Zaaknummer
9285028 / CV EXPL 21-20934
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente in drinkwaterleveringsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Evides N.V. en Modus Vivendi Meerderjarigenbewind B.V. Evides, de eiseres, vorderde betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente van Modus Vivendi, die als bewindvoerder optreedt voor [persoon A]. De procedure volgde na een aantal onbetaalde facturen voor drinkwaterlevering aan [persoon A]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Modus Vivendi in gebreke is gebleven met de betaling van de facturen, ondanks meerdere aanmaningen van Evides. De kantonrechter heeft de gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat Evides niet kon aantonen dat zij Modus Vivendi tijdig had aangemaand tot betaling. De wettelijke rente over het openstaande bedrag is wel toegewezen, evenals de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van correcte aanmaningen en communicatie in incassoprocedures.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9285028 / CV EXPL 21-20934
uitspraak: 3 december 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de naamloze vennootschap
Evides N.V.,rechtsopvolger onder algemene titel van Evides Drinkwater B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Van Es Gerechtsdeurwaarders & Incasseerders te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Modus Vivendi Meerderjarigenbewind B.V.,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [persoon A],
gevestigd te Zwijndrecht,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Evides’ respectievelijk ‘Modus Vivendi’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • de dagvaarding van 15 juni 2021, met 1 productie;
  • de conclusie van antwoord, met bijlage;
  • de conclusie van repliek, met producties 1 tot en met 4;
  • de conclusie van dupliek, met bijlagen;
  • de akte van de zijde van Evides.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis hierna bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
Op enig moment zijn bij beschikking alle goederen die (zullen) toebehoren aan [persoon A] (hierna: [persoon A] ) onder bewind gesteld, met benoeming van Modus Vivendi tot bewindvoerder.
2.2.
Evides en Modus Vivendi hebben een overeenkomst gesloten voor de levering van drinkwater op het adres van [persoon A] , te weten de [adres] , [postcode] Rotterdam (hierna: het verbruikadres). Daarna is uitvoering gegeven aan waterleveranties door Evides.
2.3.
De kosten voor de levering en het gebruik van drinkwater uit hoofde van voormelde overeenkomst brengt Evides als voorschotbedragen gebaseerd op het historische drinkwaterverbruik van [persoon A] middels facturen bij Modus Vivendi in rekening.
2.4.
Vanaf medio april 2020 zijn door Evides aan Modus Vivendi (per e-mail) een aantal facturen gezonden, waarop betaling door Modus Vivendi is uitgebleven. Deze facturen betreffen:
Factuurdatum
Factuurnummer
Omschrijving
Bedrag
15 april 2020
[factuurnummer 1]
periodeafrekening
€ 79,65
15 juli 2020
[factuurnummer 2]
termijnfactuur
€ 64,05
15 oktober 2020
[factuurnummer 3]
termijnfactuur
€ 64,05
15 januari 2021
[factuurnummer 4]
termijnfactuur
€ 64,05
14 april 2021
[factuurnummer 5]
periodeafrekening
€ 115,58
2.5.
Per brieven en of e-mails van 21 juli 2020, 23 december 2020, 2 maart 2021 en 1 juli 2021 is [persoon A] door Evides verzocht tot betaling van € 58,44 respectievelijk € 125,85, € 128,48 en € 183,67 binnen vijf dagen.
2.6.
Op enig moment heeft Modus Vivendi (deel)betalingen aan Evides verricht die zijn afgeboekt op de factuurbedragen van 15 april 2020, 15 juli 2020 en 15 oktober 2020.

3..De vordering

3.1.
Evides heeft – na schriftelijke eisvermindering – gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Modus Vivendi te veroordelen aan haar tegen kwijting te betalen buitengerechtelijke kosten van € 40,- en wettelijke rente over een bedrag van € 264,80, berekend tot 15 juni 2021 een bedrag van € 1,51, met veroordeling van Modus Vivendi in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering heeft Evides – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat Modus Vivendi ondanks aanmaning tot na het uitbrengen van de dagvaarding in gebreke is gebleven met de (volledige) betaling van de facturen van 15 oktober 2020, 15 januari 2021 en 14 april 2021. Pas op 10 september 2021 heeft Modus Vivendi het (restant)bedrag van € 142,22 betaald. Nu Modus Vivendi ook na aanmaning heeft verzuimd de vordering van Evides volledig te voldoen, is Modus Vivendi een vergoeding van € 40,- voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd en dient de oorspronkelijke hoofdsom van € 264,80 vermeerderd te worden met wettelijke rente, berekend tot 15 juni 2021 een bedrag van € 1,51. Ten slotte dient Modus Vivendi de proceskosten te voldoen.

4..Het verweer

Modus Vivendi heeft de vordering betwist en daartoe – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd. Modus Vivendi is niet op de hoogte gesteld van de wijzigingen van het termijnbedrag in 2020 of 2021, terwijl zij in haar hoedanigheid als bewindvoerder van [persoon A] de correspondentie dient te ontvangen. Door Modus Vivendi is voorts aangevoerd dat zij niet op de hoogte is gesteld van het feit dat de vordering door Evides uit handen is gegeven aan de deurwaarder. Door deze gang van zaken zijn er extra kosten bijgekomen die voorkomen hadden kunnen worden. Volgens Modus Vivendi dient Evides daarom in de proceskosten veroordeeld te worden.

5..De beoordeling

5.1.
Vast staat dat Modus Vivendi – na het uitbrengen van de dagvaarding – op 10 september 2021 een betaling van € 142,22 heeft verricht, te weten het oorspronkelijk gevorderde (restant)bedrag van de facturen van 15 oktober 2020, 15 januari 2021 en 14 april 2021.
5.2.
Voor zover Modus Vivendi heeft aangevoerd dat zij de correspondentie van Evides over de wijzigingen van de termijnbedragen in 2020 en 2021 niet heeft ontvangen en niet op de hoogte is gesteld van het feit dat Evides de vordering aan de deurwaarder heeft overgedragen, zodat zij ten onrechte is gedagvaard en geen bijkomende (proces)kosten verschuldigd is, wordt het volgende overwogen. Door Evides is gesteld dat de termijnfacturen en periodeafrekeningen zijn gestuurd naar het postadres van Modus Vivendi, te weten Postbus 190 te Hendrik-Ido-Ambacht. Uit de als productie 2 en 3 bij conclusie van repliek overgelegde stukken van Evides blijkt dat de periodeafrekeningen van 15 april 2020 en 14 april 2021 en de termijnfacturen van 15 oktober 2020 en 15 januari 2021 naar het postadres van Modus Vivendi zijn verstuurd. De termijnfactuur van 15 juli 2020 is kennelijk per e-mail verzonden, maar onduidelijk is naar welk e-mailadres. Met betrekking tot de verzonden facturen en afrekeningen naar het postadres heeft het volgende te gelden. Als uitgangspunt geldt dat ingeval vaststaat dat als post is verzonden naar het door de Modus Vivendi opgegeven adres, terwijl er geen aanwijzing is dat bij de verzending mogelijk iets is misgegaan, van Modus Vivendi mag worden gevergd dat zij voldoende feitelijke gegevens aanvoert ter staving van haar stelling dat zij die brief niet heeft ontvangen (ECLI:NL:HR:2019:17). De enkele stelling van Modus Vivendi dat zij de periodeafrekeningen en termijnfacturen niet heeft ontvangen, is onvoldoende om aan te nemen dat bij de verzending iets is mis gegaan, te meer nu Modus Vivendi de dagvaarding wel heeft ontvangen. Gelet op het voorgaande acht de kantonrechter het onaannemelijk dat Modus Vivendi de afrekeningen en facturen niet heeft ontvangen. Of Modus Vivendi al dan niet bijkomende (proces)kosten verschuldigd is, wordt hierna overwogen.
5.3.
Met betrekking tot de vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten geldt het volgende. Artikel 6:96 lid 6 BW vereist voor toewijzing van een dergelijke vordering dat Modus Vivendi door Evides vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van veertien dagen aanvangende de dag na aanmaning, onder vermelding van de gevolgen van het uitblijven van betaling (hierna: de veertiendagenbrief). Nu de veertiendagenbrief in de onderhavige procedure ontbreekt bij de door Evides overgelegde stukken, worden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. In dit oordeel is meegewogen dat een per e-mail door Evides aan (kennelijk) Modus Vivendi verzonden veertiendagenbrief van 7 december 2019 wegens het nalaten van tijdige betaling van een termijnfactuur van 15 oktober 2019 (productie 3 bij conclusie van repliek) niet als een veertiendagenbrief aangemerkt kan worden voor de oorspronkelijke vordering van Evides in de onderhavige procedure, nu de factuur van 15 oktober 2019 niet aan de oorspronkelijke vordering ten grondslag lag. Voorts is meegewogen dat een veertiendagenbrief aan [persoon A] (productie bij dagvaarding) niet aangemerkt kan worden als een veertiendagenbrief aan Modus Vivendi, te meer nu Evides ermee bekend is dat [persoon A] onder bewind is gesteld.
5.4.
De gevorderde wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW van € 1,51 berekend over de periode tot 15 juni 2021 wordt als op de wet gegrond toegewezen. De over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente vanaf 15 juni 2021 is alleen toewijsbaar tot de dag van voldoening van de hoofdsom, te weten tot 10 september 2021.
5.5.
Nu vaststaat dat ten tijde van de dagvaarding een restantbedrag van € 142,22 openstond, kan niet gezegd worden dat Evides nodeloos tot dagvaarden is overgegaan. Modus Vivendi wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld, bestaande uit verschotten en gemachtigdensalaris. De verschotten worden vastgesteld op € 87,61 aan explootkosten en € 126,- aan griffierecht. Aan gemachtigdensalaris wordt in totaal tweeënhalve punten à € 37,- toegekend, in totaal € 92,50.

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt Modus Vivendi om aan Evides tegen kwijting te betalen € 1,51, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over een bedrag van € 264,80 vanaf 15 juni 2021 tot en met 10 september 2021;
veroordeelt Modus Vivendi in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Evides vastgesteld op € 213,61 aan verschotten en € 92,50 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
[46009]